102
nabijheid zich naar voren bewegen den luitenant Ernste, slechts ver
gezeld door 4 man en 1 adjudant-onderofficier
Bouricius, aan Ernste de vraag doende, wat hij met die 5 man ging ver
lichten en ten antwoord bekomende, dat hij den kampong aan het verken
nen was, gaf daarop eenige soldaten van zijn peloton aan Ernste af en volg
de later zelf met de overige manschappen, om in verbinding te komen met
het peloton de Riel, dat hij aan zijne linkerzijde zag te voorschijn treden.
Zoo voortgaande bereikte Bouricius den Zuidelijken rand van Aroe,
waar tegenover eene uitgestrekte sawah lag.
Op die sawah wemelde het in allerlei richting van gewapende
Atjehers, uit wier wijze van doen intusschen bleek, dat zij in groote
verslagenheid verkeerden, hetgeen trouwens zeer verklaarbaar was.
In den vroegen morgen toch door onzen aanval op Mibouw ver
rast en daaruit verdreven door de colonne Vetter, hadden de Atjehers,
onbewust dat ter rechterzijde van die colonne de colonnes Mekern
en Engel Daderden, aanvankelijk in Westelijke richting de wijk naar
Aroe en Ketapan Doea genomen.
Toen nu zij ook van daar werden opgejaagd, geraakten de vluch
telingen in de war en trokken zij, zich in de VI Moekims niet vei
lig achtende, in Oostelijke richting naar de IX Moekims terug.
In de daartoe te passeeren groote sawah, die Bouricius en van de
colonne Vetter de compagnie van de Pol vóór zich hadden, bevonden
zich het werd reeds hiervoren door ons gezegd enkele grafheuvels,
waarachter de meest brani Atjehers zich nestelden, om ons te beschieten.
Een dier grafheuvels nu lag niet ver van luitenant Bouricius' ingeno
men stelling, alwaar zich nu ook de luitenant Ernste met zijn detachement
bevond, zoomede de fungeerend stafofficier der colonne, de luitenant
adjudant de Bruijn.
Tegen den raad in van de Bruijn en de verantwoordelijkheid van
de daad geheel op zich nemende, attaqueerden de luitenant-adjudant
Ernste met den luitenant Bouricius en een handvol soldaten, over de
drassige sawah, den grafheuvel, bereikten zij het punt en verdreven
den vijand, die 12 dooden achterliet.
Alleen de beide officieren, de adjudant-onderofficier Retel, no. 50455,
de sergeant Pierie, no. 60871 en een 4 tal Europeesche soldaten
bereikten in den eersten aanloop den heuvel.