103
De Europeeache sergeant Christiani, no. 61610, defourierRuijnen, no.
66454, zoomede de Europeesche fuseliers Smit, no. 66782, Factor, no.
68443 en Lenz, no. 46133 deden zich mede hierbij als flinke
krijgslieden kennen.
Terwijl de onzen den vluchtenden vijand eenige kogels achterna
zonden, werd plotseling van eene andere zijde door de Atjehers het
vuur geopend, waardoor al dadelijk de luitenant-adjudant een doodelijk
schot door het hoofd bekwam en mede enkele fuseliers werden geblesseerd.
Onder die omstandigheden viel er niet aan te denken, het veroverd
terrein te behouden en retireerde de luitenant Bouricius naar den zoo
even door hen verlaten kampongrand, hierbij ondersteund wordende
door den luitenant-adjudant de Bruijn, die eenige soldaten verzame
lende, den vijand onder vuur nam.
Intusschen was ook de colonnecommandant, de majoor Mekern,
naar voren getogen, om te zien wat er gaande was en werd deze
hoofdofficier, ternauwernood aan den kampongrand gekomen, mede
doodeljjk (schot door de lever) gewond.
Het in een paar minuten afgespeelde drama kostte dus het leven
aan den colonnecommandant en diens adjudant, beiden officieren,
die nog eene schoone toekomst in het leger haddeD.
De aan den Zuidelijken rand van Aroe zich bevindende troep reti
reerde thans naar het inwendige van kampong Aroe, tot zij den
kapitein van Yleuten tegenkwam, op wien als oudste kapitein het bevel
der centrumcolonue overging.
Wenden wij ons thans naar deu linkervleugel, de compagnie Harbord.
Steeds zich bewegende langs de Oostelijke randen van de kampongs,
die de colonne doortrok, ontving Harbord in Aroe aangekomen de
opdracht, om een Zuidoostwaarts van hem gelegen kampongrand en
missigit te nemen en te bezetten.
Deze manoeuvre gelukte volkomen.
Den 2en luitenant J. van Hartingsveld met eene sectie infanterie en
eenige mineurs in front doende aanvallen en met de overigen zelf
eene omtrekking verrichtende, verdreef Harbord's compagnie den
vijand achtereenvolgens uit eene versterkte woning en missigit.
De luitenant van Hartingsveld en de sergeant majoor Serrius,