104 do. 52351, waren de eersten in het huis, de kapitein der genie van Haeften en de Europeesche fuseliers Lourier, no. 71466 en Mulkens, no. 66097 in den missigit. Middelerwijl nu patrouilles door Harbord werden uitgezonden, om met de overige compagnieën van het bataljon wederom verband te krijgen, ontving hij de lastgeving om de operatie te staken en met zijne compagnie bij de overige wederom aan te sluiten. Omstreeks 10 uur v.m. werd door generaal Pel teGitjil Oleijloe het be richt van majoor Vetterontvaugen, dat Mibouw genomen en bezet was. Toen daarop een in een hoogeu boom geplaatste observatiepost den generaal mededeelde, dat de linker- en de centrumcolonne zich ongeveer op dezelfde hoogte bevonden, werd aan beide colonnes de order van den generaal overgebracht, de voorwaartsche beweging te staken, terwijl de overste Meijer den last ontving, de veroverde posi- tiën in oogenschouw te nemen. Aan den kapitein van Vleuten werd daarop bevolen, om zijne aan den Noordelijken rand van Aroe opgestelde colonne op den Zuidelijken rand over te brengen, ten einde tot een betere verbinding met de nevencolonnes te geraken. De centrumcolonne was zeer vermoeid, vooral de artillerie had bij het passeeren der sawahs en kampongs zich ten uiterste moeten inspannen. De colonne leed een verlies aan gewonden van 2 officieren en 24 mindereD, benevens 3 artilleriepaardeuvan de geblesseerden over leden al dadelijk de luitenant-adjudant Ernste en de Europeesche fuselier Hanekamp, no. 71676, die een schot in den buik bekwam. c. Verrichtingen der rechter colonne, commandant overste Engel. Zooals uit de hier voren medegedeelde order van den opperbevel hebber blijkt, had de overste Engel in last, om met zijne colonne den linkeroever der Kroeng Daroe te volgen, om tot steun als het ware van de centrumcolonne te strekken. Mondeling was geinformeerd, dat de generaal met de bewegingen der rechtercolonne slechts eene demonstratie op het oog had en dat zij dus alleen bij noodzaak vijandelijk had op te treden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 119