106 - 10^ uur v.m. de Zuidelijke rand van Zuid-Gitjil bezet en was hier mede aan 's generaals opdracht voldaan. Twee vijandeljjke versterkingen werden in Zuid-Gitjil aangetroffen vele epaulementen aan de oevers der Kroeng Daroe. De compagnie Franssen bekwam bij deze bewegingen 3 gewonden. Terwijl van uit den rand van Gitjil-Zuid onze artillerie den pasar van Ketapan Doea met granaten beschoot, tengevolge waarvan de Atjehers ook van daar heenvloden, werd op den rechtervleugel door de infanterie mede een kleine kampong, Adjoen, bezet, om den vijand ook in Westelijke richting terug te drijven. Om 11^ uur v.m. werd van een en ander aan generaal Pel bericht. Op den middag van den 26en December was het eerste gedeelte van het operatieplan alzoo geslaagd, wij waren meester van Mibouw en de Zuidelijk van Oleijloe gelegen versterkingen en men kon er vrij zeker van zijn, dat men daarmede zich in den rug der vijan delijke liniën van Bital en Lam Djamoe bevond. Om ongestoord des anderen daags verder te gaan, althans onzen rug te dekken, moesten de veroverde kampongs voorloopig bezet gehouden worden en werd daarom besloten bentiDgs te bouwen te Mibouw-Oost, Mibouw-Zuid, Mibouw-Zuidwest en Aroe, te bezetten door twee compagnieën van het 6e bataljon, twee compagnieën barisan van Bangkalan en een gedeelte onzer bezetting van Lohong Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 121