GESCHIEDENIS VAN HET „KOLONIAAL WERFDEPOT"
NAAR AANLEIDING VAN HET 50 JARIG
BESTAAN VAN DAT KORPS.
Vervolg van bh. 20).
Welke verandering had intusschen zelf met het Koloniaal Werf
depot te Harderwijk plaats gevonden? Nadat reeds in Januari 1860
de kleine staf vermeerderd was met 1 adjudant-onderofficier, werkzaam
op het bureel van den commandeerenden officier, werd in verband
met het uittrekken op het lle hoofdstuk der staats begrooting van de
kosten van het kader en de inrichting van dat korps het koninkljjk besluit
der oprichting van dat depot volgenderwijze veranderd, welke wij
ziging of reorganisatie 1 Januari 1862 in werking trad. Daarbij
werd bepaald, dat het Koloniaal Werfdepot zou zijn samengesteld
uit een staf en vier compagnieën, te zamen bestaande uit 20 officieren
en 91 onderofficieren en minderen.
Werd het daarvoor benoodigd personeel vroeger uit het leger bij
dat korps overgeplaatst, van nu af aan zou het tijdelijk uit de
korpsen h.t.l. gedetacheerd en daarbij a la suite gevoerd worden;
het zou de uniform dragen vastgesteld voor de wapens en diensten,
waartoe het behoort.
De kosten van het vaste kader van het Koloniaal Werfdepot en van
de inrichting van het depot zouden worden bestreden uit de daarvoor
op het ll6 hoofdstuk der staatsbegrooting aan te wijzen sommen;
de kosten vallende op het aanwerven en uitzenden van de voor den
dienst in de overzeesche bezittingen bestemde recruten, en die betref
fende het onderhoud enz. der uit de Indiën terugkeerende militairen,
bleven evenals bij de oprichting ten laste der begrooting van Neder-
landsch-lDdië onder het VIII6 hoofdstuk (Departement van Oorlog).
Yoor administratiekosten werd jaarlijks 5600 te goed gedaan,
terwijl de officieren van het vaste kader boven hun traktement toelagen