112 -
menten, die door vreemdelingen overgelegd moesten worden, ten
einde te voorkomen, dat gevaarlijke sujetten of lieden, van wier
identiteit men niet overtuigd was, werden toegelaten. Bij het scherpe
toezicht en onderzoek daarnaar, hetwelk vooral bij het Koloniaal Werf
depot steeds plaats had, is menigmaal gebleken, dat vervalschte do
cumenten in grooten getale in het buitenland gefabriceerd werden
en dat daarmede op groote schaal getracht werd bedrog te plegen.
Alhoewel ook in 1865 de toelating van vreemdelingen tot de Zwit
sers werd uitgestrekt, leverde de werving dier nationaliteiten toch
geen gunstige resultaten op, hetgeen voornamelijk moest toegeschreven
worden aan het ontbloot zijn van middelen om zich naar ons land te
begeven en zich daar in een der garnizoensplaatsen op de grenzen
ter dienstneming aan te melden.
Om daarin te gemoet te komen werden in 't laatst van 1866 en
in 't begin van 1867 zoowei de consul van Mannheim als die te
Antwerpen gemachtigd, aan vreemdelingen, die zich voor onzen ko
lonialen militairen dienst wilden verbinden, passage en voeding te ver
strekken op de stoombooten respectievelijk naar Arnhem, Nijmegen en
Rotterdam, van welke plaatsen zij dan verder door tusschenkomst van
den «arnizoens- of plaatselijken commandant op het Werfdepot te
Harderwijk werden gedirigeerd.
Toen ook in laatstgenoemd jaar de tusschenkomst van onzen Mi
nister van Buitenlandsche zaken werd ingeroepen, om de consuls te
Hamburg, Bremen en Lubeck en later ook die te Varel van instructiën
te voorzien, ten doel hebbende om vreemdelingen behulpzaam te zijn,
die zich in Nederlandscben kolonialen dienst wenschten te begeven,
nam de werving der verschillende nationaliteiten zeer toe. Bovendien
had ook de verhooging der handgelden in 't laatst van 1866 tot
stand gekomen 200.— voor Nederlanders en 160.— voor vreem
delingen, benevens 10.— aanbrengpremie voor ieder) daarop haar
invloed doen gevoelen.
Voor overgang uit het leger h. 1.1. bedroegen de gratificatiën respec
tievelijk voor infanterie 160.— (korporaals 170.— en onderofficieren
ƒ180.voor cavalerie en artillerie ƒ200.en voor de genie 160.
Ter bevordering der werving voor de koloniale troepen moesten
zoowel door de korps- als door de garnizoens- en plaatselijke com-