114
de gratificatiën tot 1870 bleven bestaan. Aangezien in den loop van
dat jaar bleek, dat geen groote behoefte aan vrijwilligers voor het leger
in Nederlandseh-Indië bestond en zelfs in de in aan d Mei besloten werd,
om in 1870 in plaats van 2000, slechts 1000 militairen naar Java uit te
zenden, konden met het oog daarop de handgelden verminderd worden
en werden zij teruggebracht tot de bedragen, zooals deze in 1864 bij
het toen herziene voorschrift op de koloniale werving waren vastgesteld,
n. 1. op f 150.voor Nederlanders en f 120.voor vreemdelingen.
Kort daarna werd door den commandant van het Werfdepot in over-
weging gegeven de werving voor alle vreemdelingen te sluiten, met
uitzondering van hen, die geheel op eigen kosten zich te Harderwijk
aanmeldden en genegen waren zonder genot van handgeld een
koloniaal engagement aan te gaan.
Met het oog op den gang der koloniale werving en in verband met
het nog uit te zenden getal manschappen, werd eerst in September
1870 tot dien maatregel overgegaan. Toen n. 1. in die maand voldoende
bleek, dat in de behoefte aan recruten voor het koloniale leger zeer
wel door het aanwerven van Nederlanders alleen kon worden voor
zien en ook de toevloed van recruten van vreemde herkomst zoodanig
toenam, dat het voltallig zijn van het benoodigd contingent al spoedig
te verwachten was, werd besloten, dat vreemdelingen, van welken
landaard ook, niet meer mochten worden aangenomen. Bene uitzon
dering daarop werd gemaakt voor vreemdelingen, die in Indië hadden
gediend, met certificaat van goed gedrag waren gepasporteerd en zich
binnen het jaar na hunne pasporteering voor die dienstneming
aanmeldden.
Aan den consul-generaal der Nederlanden te Hamburg, door wiens
tusschenkomst het grootst aantal vreemdelingen sinds 1867 was aan
geworven en herwaarts gezonden, werd een bepaalde som toegekend
als belooning in eens voor zijne bemoeiingen met de buitenlandsche
werving van militairen ten behoeve van den dienst in 's rijks over-
zeesche bezittingen en koloniën.
Niettegenstaande die tijdelijke vermindering der koloniale werving,
leverden toch de zomermaanden van het jaar 1870 door het uitbreken
van den Fransch-Duitschen krijg, tengevolge waarvan ook ons leger