123 Depot voor den ijver en de belangstelling, waarmede ZHEG. zich gekweten had van zijn moeilijke en omvangrijke taak gedurende de laatste drie jaren. Hoewel het jaar 1876 zich aanvankelijk kalm liet aanzien, omdat het gevraagde contingent voor Oost-Indië op niet meer dan 2000 man was gesteld, bleek toch later, dat de behoefte grooter was. Bij de in den loop van dat jaar vastgestelde wet tot wijziging der begroo ting voor Nederlandsch-Indië over het loopend dienstjaar, werd het con tingent voor O. I. verhoogd tot 4000 man, waaronder 45 soldaten- schrijvers. Yoor deze laatste categorie, waarvoor in Augustus 1876 de werving opengesteld werd, konden tijdelijk worden aangenomen ongehuwde personen, van 1640 jaar oud, die behalve aan de ge wone eischen, konden voldoen aan een examen, waarbij gevorderd werden de vier hoofdregels met geheele getallen, leesbaar schrijven en staten trekkenzij moesten zich voor 6 jaar verbinden en ontvingen dan een handgeld van 300. Om de verhooging van het contingent te kunnen bereiken, moest de werving enorm toenemen en alle ten dienste staande middelen worden aangewend om goede resultaten te bekomen. Hierin slaagde men naar wensch, want het aantal overgenomenen (341) daaronder begrepen, bedroeg het totaal der koloniale werving 4100 personen, terwijl op 150 na het gevraagde contingent werd uitgezonden. Het aanvankelijk voor West-Indië gevraagde contingent van 116 man voor dat jaar, bleek later niet zoozeer noodig te zijn en werd daarom niet naar die koloniën uitgezonden, maar gevoegd bij het benoodigde voor Oost-Indië. Met de jaren 1873,'74 en '75 behoorde ook 1876 tot de drukste jaren. Ook toen bleef het Koloniaal Werfdepot zich bijzonder goed van zijn taak kwijten. Na afloop van een door Z. E. den luitenant-generaal inspecteur der infanterie gehouden inspectie over dat korps, betuigde deze niet alleen zijne bijzondere tevredenheid, doch werden bovenal door Z. E. de orde en tucht gewaardeerd, die bij dat Depot bestonden, daarbjj vooral in aanmerking nemende de bijzondere samenstelling en de zeer verschillende bestanddeelen, waaruit dat korps bestond. Bij die gelegenheid was het ook, dat door dien inspecteur geinfor- meerd werd naar de verkregen winsten op het verkochte in de cantine

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 138