128 bij K. B. van 4 Juli jl. N°. 18 ontbonden werd. Haar rapport is der Indische Regeeriog om nader advies toegezonden, en bevat o.a. den raad, om het officierskorps der genie in te krimpen en het geheeie korps geniewerklieden, dus ook de Europeesche op te heffen. Voor zooveel haar advies overeenstemde met de hierboven bedoelde voorstellen van de Indische Regeering, is de inkrimping van het officierskorps met 1 majoor, 5 eerste en 5 tweede luitenants tegen uitbreiding met 1 kapitein in deze begrooting opgenomen. In het geheel wordt door deze reorganisatie ten slotte eene bezuiniging op de jaarlijksche uitgaven verkregen van ruim f 29000, maar omdat de reorganisatie niet dan geleidelijk kan worden ingevoerd, is op deze begrooting aan den voet van onderafdeeling 94 nog eene som van f 15000 uiigetrokken wegens over het jaar 1896 nog te verwachten overcompleet boven de nieuwe formatie. De opmerking, dat door de reorganisatie bezuinigd wordt, zal haar bij velen verdacht maken en allicht het vermoeden opwekken, dat wij hier alweer staan voor eene dier treurige bezuinigingsmaat regelen, waarvan reeds meer dan eenmaal het leger het slachtoffer werddat wederom op het leger beknibbeld wordt, om elders met des te kwistiger hand te kunnen strooien! Eene dergelijke opvat ting berust iu dit geval op dwaling. De reorganisatie is eene groote en dringende verbetering en dat daarbij ten slotte eene besparing der uitgaven werd verkregen, wel wie zou daar wat tegen kunnen heb ben? Zoo ooit dan geldt het hier: verbetering door bezuiniging. De sobere toelichting van den Minister zal zulks den oningewijde niet recht duidelijk doen zijn. Ik stel mij daarom voor in onder staande regelen het bewijs te leveren. Bjj de critiek, waaraan ik de nieuwe formatie ga onderwerpen, zal ik tevens in het licht stellen in beeld door concentratie van personeel en materieel tot bezuiniging te geraken, bij de uitvoering, het beheer en het onderhoud van burgerlijke en militaire bouwwerken." De commissie was samengesteld als volgt: De gepensionneerde luitenant-generaal der genie van der Eb, voorzitter. IDe gepensionneerde hoofdinspecteur der staatsspoorwegen Kempees; De gepensionneerde hoofdingenieur van den waterstaat en 's lands B. O. W. Schalij De ingenieur der le klasse van den waterstaat en 's lands B.O.W. met verlof Havelaar. De kapitein der genie met verlof de Yoogt, secretaris.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 143