129 hoeverre zij beneden de verwachtingen is gebleven en welke feilen er aan kleven. In het kort saamgevat komt de reorganisatie hierop neer: 1°. uitbreiding van het korps genietroepen met ééne compagnie 2°. afschaffing der Inlandsche geniewerklieden; en 3°. belangrijke inkrimping van den staf van het wapen. De uitbreiding der genietroepen zal wel door een ieder worden toegejuicht; daarover kan dus verder worden gezwegen. Tegen de afschaffing der Inlandsche geniewerklieden kan niet één genieofficier bezwaar hebben. Onbekend met eenig ambacht, waren zij noch als opzichthebbende, noch als werkman te gebrui ken. Dikwijls wist de executant van een werk dan ook niet wat met die mensehen aan te vangen. Het eenige, waarmee men hen belasten kon, was het surveilleeren van koelies bij eenvoudige karreweitjes, zooals het schoonmaken van terreinen, snijden van gras, bewerken van bamboe etc., kortom mandoersfunctiën. Dergelijke werkzaamheden laten zich echter even goed verrichten door gewone Inlandsche mandoers, die bovendien heel wat billijker te onderhouden zijn dan onze Inlandsche geniewerklieden met hun soldijen, werkgelden, gagementen enz. Het bestaan van dit korps, welks diensten in geen verhouding staan tot zijn kosten, is dan ook door niets gerechtvaardigd Verbazing moet het alleen wekken, dat men eerst nu tot dit inzicht is gekomen en niet reeds jaren geleden tot de opheffing besloten heeft. Goed gezien was het, dat de Indische Regeering niet mee wilde gaan met het denkbeeld der commissie ook de Europeesche genie werklieden af te schaffen. In hen beschikt de genie over een korps goed geschoolde Europeesche ambachtslieden, die èn als zoodanig èn als onderopzichthebbenden bij de uitvoering van werken uitnemende diensten bewijzen. Financieel zou het, naar ik vermoed, voordeeliger uitkomen hen te vervangen door burgerpersonen, want alle neven- onkosten gagementen, premiën, kosten van uitzending enz. bij elkaar genomen is de Europeesche geniewerkman met zijn hooge werkgelden een kostbaar soldaat en zeker gemiddeld duurder dan de vrije werkman of werkbaas. Maar daartegenover staat, dat men alsdan den waarborg mist, dat zich een voldoend aantal geschikte burger personen melden zal en men heeft er heel wat noodig, want het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 144