130 korps is op het oogenblik 220 man sterk. Wie voor dergelijk werk bruikbaar, is zal zich liever bij den waterstaat of de spoorwegen presenteeren. Omdat deze diensttakken grootere werken en inrich tingen in beheer hebben, kunnen zij den bekwamen werkman een hooger loon verzekeren en zijn daarbij allerlei betrekkingen te vervullen, welke de genie niet kent, zoodat de man beter vooruitkomt. Voorts kan hij als werkbaas zelfstandig worden belast met de uitvoering van kleine waterstaatswerken, welke steeds op deze wijze uitgevoerd worden. Bij de genie is dit ondenkbaar en dient de man steeds ondergeschikt, hetzij onder een officier of opzichter van het wapen of anders onder een officier van een der andere wapens, wat uitteraard minder gezocht is. Militaire werklieden verdienen de voorkeur boven gewone dag gelders, omdat men gene beter in de hand heeft dan deze. Slecht gedrag of gebrek aan ijver hebben voor den militair veel ernstiger gevolgen. Dan maakt hij kennis met de militaire correctiemiddelen en wordt zijne bevordering vertraagd, soms voor goed onmogelijkwat niet alleen van invloed is op zijne tegenwoordige soldij en positie, doch ook op zijn gagement en hiermee op 's mans toekomst. De wetenschap, dat deze geheel beheerscht wordt door zijn gedrag in den militairen dienst, is hem een spoorslag tot plichtsvervulling Wat vermag men echter tegenover den burgerwerkman Eigenlijk niets. Veel zal men door de vingers moeten zien, want het aanbod is niet groot en men mist de zekerheid zoo maar dadelijk een anderen te krijgen. Eerst indien hij 't al te bont maakt zal men er toe besluiten hem te verwijderen en te vervangen. Gesteld al, dat men er in slage onmiddellijk een vervanger te vinden, wat waarborgt ons, dat deze beter is? Zijn certificaten van vroegere werkgevers? Deze zijn in de meeste gevallen niet meer te vertrouwen dan de briefjes, waarmee onze bedienden zich aanmelden. Onze weggejaagde ondervindt zoo goed als geen nadeelige gevolgen. Bij het geringe aanbod van werkkrachten zal hij zeer spoedig elders worden geplaatst en daar voor Europeesche arbeiders overal vrijwel dezelfde loonstan- daard heerscht, er niet eens slechter aan toe zijn. Broodgebrek behoeft hij nimmer te vreezen en daarmee vervalt al dadelijk voor lieden van zijn slag een groote prikkel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 145