134 nadeel voor den dienst" meent de Minister. Ik waag te corrigeeren „in het belang van den dienst." Immers, is het niet bepaald verkeerd, plaatsen, waarop de Memorie van Antwoord doelt, door officieren te doen innemen Dan bekleeden zij betrekkingen, welke niet zijn overeenkomstig hun po sitie en niet beantwoorden aan hetgeen men rechtens van den genie officier eischen kan, In zulke betrekkingen voelen zij zich ontevreden gaan zij achteruit in vakkennis; verliezen zij lust en ambitie. Mis standen, welke alleen door eene gepaste inkrimping uit de wereld te helpen zijn. Uit dien hoofde reeds acht ik de inkrimping eene weldaad voor het wapen. Maar daarnaast valt nog op positieve voordeelen te wijzen. Tengevolge der inkrimping zal de luitenant der genie meer dan tot dusverre in de gelegenheid zijn op belangrijke werken geplaatst te worden, want men rouleert met een kleiner getal, en dit zal zijn practische en theoretische kennis natuurlijk zeer ten goede komen. Om dezelfde reden zullen hem ook eerder zelfstandige betrekkingen worden opgedragen, wat niet alleen veel aangenamer is, doch ook bij een dienst als die der genie de geschikte manier om den ijver gaande te houden en verantwoordelijkheidsbesef te kweeken. De promotie wordt door de inkrimping aanmerkelijk verbeterd. Moest eertijds de 2e luitenant in normale omstandigheden 43 plaatsen doorloopen, vóór hij tot den kapiteinsrang kon worden bevorderd, in de toekomst een tiental minder of slechts 33. Over het decen nium 18851894 bedroeg het gemiddelde jaarlijksche verloop 3 of ficieren; men mag dus vrij wel aannemen, dat de kapiteinsrang drie jaar eerder bereikt zal worden. Dit is veel, zeer veel gewonnen. Men zou verkeerd redeneeren door te zeggen, dat het voordeel niet zoo heel groot is, omdat meestal en ook nu het aantal 2e luitenants incompleet is en dus de 2e luitenant feitelijk toch al minder dan het bestaande organieke aantal plaatsen te passeeren heeft. Zoo staat op het oogenblik volgens het promotieboekje de jongste 2e luitenant met N°. 10 in de ranglijst, terwijl er organiek negentien 2e luitenants zijn moeten. Zoeken wij echter onder de le luitenants, dan blijkt, dat het wapen bij eene formatie van 24 er 32 rijk is. Verder telt het wapen 27 kapiteins, terwijl de formatie slechts 16 bedraagt. Dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 149