Tot 1822 behield het depot bovengemelde benaming. Aangezien men in dat jaar aan het depot-bataillon N°. 33 eene inrichting wilde geven, waardoor het meer en meer aan zijne hoofd bedoeling kon beantwoorden, werd bij koninkljjk besluit van 28 Februari 1822 bepaald, dat het de benaming zou aannemen van „Algemeen Depot der Landmacht N°. 33" en bestaan uit 4 divisiën, waarvan de eerste drie op 1 April 1822 werden geformeerd en de vierde in het begin van 1823. De le divisie, bestaande uit 4 compagnieën infanterie en 1 com pagnie artillerie, werd gestationneerd te Harderwijk, onder bevel van den luitenant-kolonel, chef van het Algemeen Depotzij moest in het bijzonder strekken tot gestadige aanvulling en completeering van de troepen voor den dienst in de koloniën. De staven der 2e en 3e divisie werden respectievelijk gestationneerd te Brielle en te Ylissingen, terwijl bij koninklijk besluit van 17 Januari 1823 de formatie van de vierde divisie werd bevolen, waarbij tevens Hoorn tot standplaats van den staf daarvan werd aangewezen. De kaders der 2e, 3e en 4e divisie werden aangevuld door mili tairen, dienende bij de nationale korpsen der armee, die in de termen vallen der zoodanigen, welke in de categorie der tweede klasse bij hunne korpsen waren, terwijl voorts bij die divisiën overgingen de manschappen, aan wie herhaalde bestraffing was uitgeoefend en die ten gevolge daarvan genoegzaam hadden getoond aan een strengere tucht te moeten worden onderworpen. (Dit waren dus strafdivisiën). Evenals voorheen moest het kader van het Algemeen Depot dezelfde uniform dragen als de Oost-Indische landmacht; de knoopen behiel den het nummer 33 Ten einde de bezwaren weg te nemen, die voortvloeiden uit de vereenigde betrekking van chef van het Algemeen Depot en tevens van den onmiddellijken commandant der le divisie, werd bij koninklijk besluit van 16 Mei 1824 goedgevonden, dat aan den staf van het depot nog een hoofdofficier met den rang van majoor zou worden toegevoegd. Ruim 20 jaren bleef het Algemeen Depot der Landmacht" bestaan. Nadat het reeds in 1827 teruggebracht was tot 3 divisiën (suppres sie van de 3e divisie) werd, in aanmerking nemende dat de toen malige tijdsomstandigheden gebiedend vorderden om de uitgaven van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 14