137 formatie in alleu deele rekening vermag te houden zonder overdteven sterk te worden, vergeleken bij de dageiijksche behoefte. In één opzicht wil het mij voorkomen, dat de reorganisatie op een verkeerde basis berust. Naar mijne bescheiden meening hadden de tien te supprimeeren luitenantsplaatseu niet gelijk verdeeld mogen worden over de le en 2e luitenants, doch hadden deze eeuig en alleen 2e luitenantsplaatsen behooren te ziju. De tegenwoordige formatie bedraagt: le luitenants: 24 en 2e luitenants: 19; de nieuwe respectievelijk 19 en 14. Er zijn dus thans 12 eerste luitenants der oudste helft, daarentegen bij de nieuwe 10 of 2 minder, zoodat degenen, welke bij de inwerkingtreding nog niet tot de oudste helft behooren, langer zullen moeten wachten dan voorheen om daarbij te komen. Hoeveel lauger laat zich gemakkelijk ramen, daar de overgang van de eene helft in de andere op den duur uitsluitend het gevolg is van mutatiën door bevordering tot kapitein. Over 18851894 werden 22 kapiteins benoemd of gemid deld 2 per jaar; dus verhuizen ook gemiddeld per jaar slechts 2 luitenants van de jongste helft naar de oudste. De supprimeering der 2 plaatsen is alzoo oorzaak, dat alle le luitenants, welke bij de inwerkingtreding nog jongste helft zijn, eerst een vol jaar later bij de andere helft zullen komen dan ingeval de formatie niet gewijzigd ware en daarmee ook in het genot der schamele traktementsver- hooging van f 25 's maands. Eene teleurstelling, welke daarom te bitterder is, omdat degenen, die zij treft, over het algemeen vrij ongelukkig gediend en lang gewacht hebben om tot len luitenant bevorderd te worden. Het zwaarst worden echter de bij de inwerkingtreding aanwezige 2e luitenants getroffen. De reorganisatie zal geleidelijk plaats hebben Er zal dus gestreefd worden langzamerhand van den eenen toestand in den anderen te geraken door eventueele vacatures in den len lui tenantsrang niet aan te vullen tot tijd en wijle de nieuwe formatie van 19 bereikt is. Oppervlakkig beschouwd zou men denken, dat daartoe slechts 5 plaatsen ingesmolten moeten worden. Wat dieper in de zaak doordringende, ontwaart men echter, dat het er inderdaad tneer zijn zullen. Op het oogenblik bedraagt de totale sterkte 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 152