162
bereiden, aanraking te krijgen met de Indische vorsten in ons gebied,
en dezen van ons afvallig te maken. Zoo werd ook Sulthan Mach-
moed Badar Oedin aangespoord, met ons te breken en de Engelschen
in zjjn Rijk toe te laten.
Op welke laaghartige wijze deze vorst in 1811 aan deze inbla
zingen gehoor gaf, is maar al te bekend. Evenwel weigerde hij ook
het Engelsch gezag te erkennen en, onder meer, tin te leveren uit
de mijnen van Bangka, welk eiland hem toebehoorde.
Een en ander was de aanleiding tot de expeditie, die de Engel
schen in 1812 onder generaal Gillespie naar Palembang zonden.
Sulthan Machmoed Badar Oedin werd verdreven en zijn jongere
broeder Achmet Najjam Oedin tot Sulthan van Palembang verheven,
terwijl de eilanden Bangka en Belitoeng het eigendom van de Engel
schen werden.
De verdreven Sulthan, die de schatten en rijkssieraden had mede
genomen, versterkte zich te Bajoelangoe aan de Moesi en belette
daar den afvoer van de producten en levensmiddelen naar Palem-
bang, terwijl hij tevens trachtte van daar uit het gezag van den
nieuwen Sulthan te ondermijnen, hetgeen hem niet moeielijk viel,
daar Achmet Naijam Oedin de geldmiddelen ontbraken en deze vorst
bovendien weinig geestkracht bleek te bezitten.
Door de Engelschen onder kapitein Meares van Bajoelangoe ver
dreven, begon Sulthan Machmoed te Moeara Rawas hetzelfde spel
letje.
De opvolger van den bij Bajoelangoe gewonden kapitein Meares,
majoor W. Robisson, het gevaar daarvan inziende, zoomede de
moeielijkheid, om zich van den ex-Sulthan meester te maken,
besloot den weg der onderhandelingen in te slaan en zoodoende kwam
in Juni 1813 het contract tot stand, waarbij Sulthan Machmoed
Badar Oedin weder op den Palembangschen troon kwam en in den
afstand van Bangka en Belitoeng bewilligde. Sulthan Achmet moest
hoewel noode, daarin berusten. Aan dezen prins werd de titel van
Sulthan van Bangka toegezegd.
De luitenant-gouverneur van Java, Sir Raffles, nam met dat
contract geen genoegen, verving den resident, majoor Robisson, door
een ander, zond een nieuwe expeditie naar Palembang, deed Sulthan