168
De verschjjning van Engelsche troepen te Paleinbang, het legeren
dier troepen in den ouden dalam, het hijschen der Engelsche vlag,
ziedaar even zoovele redenen voor den heer Muntinghe, om krachtig
doch voorzichtig op te treden, zonder de waardigheid van het Neder-
landsch Gouvernement daarbij te kort te doen en zonder de heusch-
heid tegenover de agenten eener bevriende mogendheid uit het oog
te verliezen.
Yan die taak heeft de heer Muntinghe zich op uitstekende wijze
gekweten.
Nog denzelfden dag (4 Juli) in den namiddag, zond ZHEGestrenge
den kapitein-luitenant ter zee Bakker en den kapitein-ingenieur
Yan der Wiick naar den Britsehen agent, met een brief, drie vragen
inhoudende, waarop een onverwijld antwoord verlangd werd. Die
vragen waren de volgende:
1° of hij, onmiddellijk, na de ontvangst van een door den regeerings-
commissaris Muntinghe te schrijven antwoord op den brief van den
luitenant-gouverneur van Benkoelen, wilde vertrekken
2° of hij op de terugreis een geleide van Nederlandsche troepen
wilde aannemen?
3° of hij oogenblikkelijk de Engelsche vlag van den dalam zou
doen strijken?
Onder het voorgeven van naar rust te verlangen de onbe
schaamdheid was ook toen de wereld nog niet uit zeide kapitein
Salmond het schrijven van den regeeringscommissaris den volgenden
dag te zullen beantwoorden.
Mondeling deelde hij evenwel toen reeds mede, die vragen ontken
nend te zullen beantwoorden.
Hierop deed de heer Muntinghe na zonsondergang den door de
Engelschen geoccupeerden dalam van buiten door troepen afzetten.
Kapitein Salmond schreef daarover aan ZHEGestrenge om ophelde
ring, welke deze hem met de meeste welwillendheid verstrekte en deed
gepaard gaan met den eisch om, bij wijze van politiemaatregel, de
wapens en patronen van het detachement af te geven en zich met
het detachement onder Nederlands bescherming te stellen. De vlag
was met zonsondergang gestreken.
Kapitein Salmond antwoordde op dezen eisch even barsch als op