7 tieve verbintenis tot stand komt. Daar verder al die aangeworven of aangenomen personen bij dat Depot gedurende langeren of korteren tijd moeten doorbrengen, alvorens zij hunne bestemming naar Indië volgen, laat zich de verhouding begrijpen, die tusschen de kolo niale werving en meer bepaald het vaste kader van het Werfdepot bestaat. De sterkte van dat korps is in de eerste plaats afhankelijk van den loop der koloniale werving. Alle wijzigingen in laatst genoemde teweeggebracht en alles, wat gedaan werd om invloed te hebben op die werving, daarvan deden ook de gevolgen zich gevoelen op den dienst en den gang der zaken bij het Werfdepot. En die veranderingen zijn niet weinig geweest. Tal van omstan digheden brachten mede, dat de koloniale werving steeds een zaak van aanhoudende zorg moest zijn. Gaan wij daartoe even terug tot het jaar 1821. Wel was de instructie op de werving, bij Besluit van 4 April van dat jaar gear resteerd, ook van toepassing op die voor den kolonialen dienst, doch niet altijd werden de daarbij voorgeschreven bepalingen behoorlijk nageleefd, hetgeen nu en dan tot moeielijkheden aanleiding gaf, zoodat het geven van nadere toelichtingen over de koloniale werving noodig werd geacht. Behalve over het aannemen van vreemdelingen voor den kolonialen dienst, behelsden zij het onderzoek der lichaamsgebreken en het uitbetalen van het aanbrenggeld, zoodat men door eenigszins vrijge vige bepalingen zwarigheden meende weg te nemen, die hinderlijk waren aan de belangen der koloniale werving. Na het uitzenden in 1826 van de expeditionnaire afdeeling infan terie en van detachementen artillerie en cavalerie, welke alle dienen moesten tot tijdelijke versterking van het leger in Oost-Indië, ten einde aan de aldaar bestaande onlusten spoedig een einde te maken, kwam het onderwerp der koloniale werving nog meer op den voorgrond. In 't begin van het volgende jaar werden ruimere voorschriften vastgesteld, welke de belangen dier werving moesten bevorderen, en die de middelen aan de hand gaven, waarmede de meer gunstige uit komsten moesten worden verkregen. Tot die middelen werden toen gerekend het beter beloonen der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 18