188 Terwijl Duguiés gedurende 20 minuten zijn granaten op den vijand afzond (elke zijner sectiën deed gemiddeld 25 schoten), ontving de sectie Tindal bevel om tot 300 pas den missigit te naderen en met kartets te vuren en de sectie Boetje de opdracht, om den op haren lin kerflank liggenden kampongrand onder vuur te nemen. Zoodra nu overste Meijer bemerkte, dat op zijnen rechtervleugel van Teijn op den missigit aanrukte, gaf hij aan de colonne Engel den last, den aanval mede te maken. De groote afstand, die daartoe door de colonne Engel moest worden afgelegd door eene natte sawah, waarbij van menig soldaat de schoenen in den modder bleven steken, was oorzaak, dat de troep zonder élan voorwaarts ging en eerst in Djempit aankwam, toen van Teijn en de zijnen reeds vrij geruimen tijd er in waren. Weldra nu verscheen de generaal met zijnen staf op het veroverd terrein, waarop de troepen thans het bivouak betrokken en de compagnie van Heeckeren van Molencaten met 2 kanons den missigit bezette, om aldaar voorioopig post te vatten. De vijand, die slechts 5 der onzen had geblesseerd, vlood naar den kant der YI Moekims en naar het gebergte, ons verder dien dag en den komenden nacht met rust latende. Door de vermeestering van Djempit was het tweede nummer van 's generaals operatieplan ten uitvoer gebrachttot veler verrassing was men thans reeds vrij dicht nabij het gebergte, dat de grens scheiding tusschen de IY en YI Moekims uitmaakt. De generaal bepaalde, dat bij het voortzetten der operatiëu naar de zijde der YI Moekims, te Djempit vivres en munitie zouden opgestapeld worden en wijders dat de meest Zuidwestelijke hoek van Gitjil, onder bevel van den kapitein van Swieten, door 3 sectiën infan terie zoude worden bezet, om in verband met van Yleuten 's com pagnie te Ketapan Doea Lam Termin en den overkant van de Kroeng Daroe iri bedwang te houden. De 4e compagnie barisan Bangkalan, welk bataljon reeds zooveel zieken had, dat het naar de meening van den overste Meijer voor verder gebruik te velde ongeschikt moest worden geacht, werd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 198