8
onderofficieren, die voor die werving werkzaam moesten zijn, het pro-
clameeren der werving, vooral op dagen, dat landbouwers zich in de
steden vereenigen, het uithangen van vlaggen uit goed ter naam en
faam staande herbergen, het uitreiken van geldelijke tegemoetkomingen
om op den marktdag of op andere geschikte dagen van de week
zoogenaamd muziek te maken. Yoorts werd gewezen op het aan
nemen in den vroeger bekleeden graad van personen, die als onder
officier gediend hadden, op sterke, gezonde manschappen tot den
leeftijd van 44 jaar en eindelijk ook nog op het uitbetalen van een
gedeelte van het toe te kennen handgeld aan de zich aanmeldende
personen, vóórdat zij naar Harderwijk werden opgezonden.
Of de toepassing dier middelen veel heeft bijgedragen tot betere
uitkomsten der koloniale werving is ons niet bekend.
Door de gebeurtenissen der jaren 1830 en 1831 was de vrijwil
lige werving voor den kolonialen dienst, zoo al niet geheel gestaakt,
dan toch zeer afgenomen; bovendien was de sterkte van de voor
den overzeeschen dienst beschikbare manschappen bij het Algemeen
Depot der Landmacht N°. 33 door het uitzenden van detachementen
naar de koloniën als anderszins successievelijk verminderd.
Als gevolg daarvan werd in 1833 bepaald, dat het dienstnemen
voor de koloniale troepen, met meerder nadruk dan de laatste jaren
het geval was, moest worden aangemoedigd; alleen werd daarbij op
gemerkt, dat hoegenaamd geen manschappen van Belgischen oor
sprong tot zulk eene verbintenis mochten worden toegelaten, en
dat bij het engageeren van vreemdelingen zorgvuldig moest gelet
worden op de voor hen benoodigde papieren.
De uitsluiting der Belgen heeft tot 1846 geduurd, in welk jaar
bepaald werd, dat Belgische recruten weder op den gebruikelijken
voet konden worden aangenomen.
Ten allen tijde is de koloniale werving een onderwerp geweest,
waarop van hooger hand de aandacht moest gevestigd worden, zoowel
met het oog op hetgeen nu en dan tot beperking, doch voornamelijk,
hetgeen bijna doorloopend tot aanmoediging dier werving gedaan
moest worden. Meermalen bleek het, dat het benoodigd aantal vrij
willigers voor den kolonialen dienst zich niet voldoende aanmeldde,
dat daardoor niet geregeld in de uitzending van troepen naar Indië