192 marcheeren, met uitzondering van eene halve compagnie infanterie, waarmede hij en majoor van Lennep zich naar Olehleh verder begaven. Aldaar werd aan den postcommandant, den kapitein der infanterie N. A. Weijns opgedragen, het voetpad van Sinangri tot aan Olehleh in een transportweg te herscheppen, (een arbeid, die in 8 dagen tijds gereed kwam), waarna overste Meijer wederom naar Pakan Badak den terugmarsch aannan. Op den 4en Januari was reeds de vlotbrug over de lagune en het gedeelte transportweg Sinangri Pakan Badak gereed, dank zij de voortvarendheid van majoor van Lennep en den postcommandant van Sinangri, den kapitein A. Bardok, die met zijne bezetting daarbij adsisteerde. De generaal Pel wenschte nu ook in eene andere richting te doen verkennen en wel in de richting Bital Lam Teboe. De dekkingstroepen, die daartoe den 3en Januari uitgingen, sterk 1 compagnie infanterie, 1 compagnie mariniers en 2 sectiën artillerie, stonden onder de bevelen van den majoor van Teijn; generaal Pel ging ditmaal zelf mee. Van uit Bital op de sawahvlakte tegenover Lam Teboe debou- cheerende, werd een gedeelte terrein gepasseerd, dat klaarblijkelijk nog tot de laguneformatie behoorde, doch dat voor het oogenblik droog zijnde, nog wel was over te komen. Op dit minder gunstig terrein de artillerie en eene dekking mari niers achterlatende, ging alsnu generaal Pel met de compagnie Engelhard naar Lam Teboe verder door, alwaar eveneens door den vijand verlaten redouten werden aangetroffen. Op den terugmarsch werd te Bital de plaats bepaald, waar voort aan 1 peloton infanterie met 2 kanons zouden post vatten en keerde men in het bivouak te Pakan Badak terug, zonder iets van den vijand te hebben bemerkt. In den loop van dienzelfden dag was mede aldaar aangekomen van uit Kota Badja, onder bevel van haren commandant, den kapitein B. van Moerkerken, de 2e compagnie van het 8e bataljon infanterie, die over Aroe en Ketapan Doea moetende marcheeren, in den omtrek aldaar, door een 100 tal Atjehers van uit de verte beschoten was geworden en daarbij 1 gewonde bekomen had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 207