199 Behalve de hiervoren genoemde redenen, die den generaal hadden aanleiding gegeven, de VI Moekims links en rechts te doorkruisen, bestond er nog een motief, dat met de krijgsverrichtingen zelve niets te maken had, te weten: het doen opsporen der beenderen van wijlen den Italiaanschen generaal Nino Bixio, den voormaligen gezagvoerder van het tijdens de 2e expeditie door ons gouvernement ingehuurde Italiaansche stoomschip Maddaloni, welke patriot, aan cholera over leden en in een ijzeren kist op Poeloe Toean begraven, door de strandbewoners was weggevoerd en naar den vasten wal was over gebracht. De Italiaansche regeering nu had aan onze regeering den wensch te kennen gegeven, het stoffelijk overschot van Nino Bixio te doen opsporen en naar zijn vaderland te doen overbrengen. Waren de nasporingen van den generaal Pel langen tijd te vergeefs geweest, thans begon er licht in de duisternis te komen, sedert een jeugdige Atjeher op eene der laatst vermelde tochten den adsistent- resident Kroesen verteld had, dat hij het gezochte lijk zou weten aan te wijzen. Van Blang Kala naar Pakan Badak met de colonne terugmarchee- rende, wenschte generaal Pel dien Atjehschen jongen in de gelegenheid te stellen zijn woord gestand te doen. Te Lam Pagger halt houdende, werden daarom 2 compagnieën infanterie aangewezen, den generaal op zijne ontdekkingsreis te volgen, middelerwijl onze andere troepen zouden rusten. Door den inmiddels ontboden Atjeher werd daarop generaal Pel van uit Lam Pagger geleid in Noordelijke richting over eeu steenen dam, die door de lagune naar het zeestrand gaat, naar de plaats, waar tegenover Poeloe Toean de lagune in zee uitstroomt. Achter eenig struikgewas werd alsnu een plek gronds aangewezen van 8 a 10 M. in het vierkant, alwaar het lijk zou begraven zijn. Op 's generaals vele vragen omtrent deze aangelegenheid, verhaalde de Atjeher het navolgende: „Reeds geruimen tijd geleden was ik op zekeren dag op deze zelfde plaats aan het strand, toen ik in eene prauw twee menschen van Poeloe Toean naar den wal zag komen. Aan den wal gestapt, haalden zij uit de prauw een groote, ijzeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 214