10 slechts f 8.ontving. Bovendien kon aan Nederlanders, vóór hunne opzending naar het Werfdepot, weer een gedeelte van het handgeld worden uitbetaald; aan vreemdelingen werd evenwel geen voorschot daarop verstrekt. Het maximum van het aanbrenggeld werd voor beide categorieën respectieveljjk gesteld op 10.en f 8. Ook het aannemen van Belgische deserteurs en die van andere Rijken moest zooveel mogelijk beperkt worden. Het doen publiceeren der voordeelen aan de koloniale werving verbonden, werd bij die gelegenheid weer in herinnering gebracht, maar tevens ook den plaatselijken en garnizoenscommandanten opgedragen, om bij het aannemen van recruten steeds met de meeste oplettendheid te werk te gaan en vooral toe te zien, dat de over te leggen papieren, waarop in den laatsten tijd aanmerkingen waren gevallen, steeds behoorlijk in orde waren. Zooals boven vermeld is, was bij de oprichting van het Koloniaal Werfdepot tevens bepaald, dat het vaste kader de uniform zou dra gen van de infanterie van de landmacht in Oost-Indië; dit is blijven bestaan tot 1848, toen bij koninklijk besluit van November van dat jaar daarin verandering werd gebracht. Yoortaan zou dat vaste kader gekleed zijn in de uniform van het leger hier te lande, met dien verstande, dat de knoopen, waarop het regimentsnummer voorkwam, door gladde kuoopen zouden worden vervangen, en dat de schakot in plaats van met een nummer, van een granaat zou worden voorzien. Die bepalingen zijn nog heden ten dage van kracht. Yan dat kader, zoowel officieren als onderofficieren, is ten allen tijde bij het Werfdepot veel geëischt moeten worden. Door den eigenaardigen toestand, waarin dat korps verkeerde en nog verkeert, is de taak van en zijn de plichten, die daar aan dat kader worden opgelegd, in den regel zeer moeilijk. Hoewel ook onderofficieren en korporaals voor Indië bestemd, zoogenaamd kader k la suite, bij dat Depot korteren of langeren tijd moeten doorbrengen, komt toch hoofdzakelijk de dienst voor rekening van het vaste kader. Met het toenemen der werving vermeerderen ook de diensten van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 21