208
officierskaders oorzaak zijn, dat de uitgaven voor reiskosten naar
Delft en voor toelagen aan de hoogleeraren der Indische Instelling
aldaar belangrijk zouden toenemen.
Gelijk ik hierboven reeds met een enkel woord aanduidde, gaat
schrijver er toe over, om uit te rekenen wat die detacheering aan de
Hoogere Krijgsschool nog voor meerdere uitgaven vereischt door het
boven de formatie voeren van een aantal officieren overeenkomende
met het aantal leerlingen en leeraars.
Aangenomen dat in het jaar der oprichting die onderwijsinrichting
26 leerlingen en 3 leeraars telt, moet dus is dat jaar de formatie
uitgebreid worden met 29 officieren, zoodat ook dan voor 29 meer
te benoemen O. I. officieren 1000 gratificatie -f- f 700 aan over-
tochtskosten betaald moet worden of per leerling daarvan f 1115
-J- f 780. Het jaar na de oprichting komt echter die uitgaaf niet
meer voor. Zij vermeerdert of vermindert al naar gelang het aantal
leerlingen -j- leeraars grooter of kleiner wordt.
Schrijver brengt dit bedrag van 1115 -j- 780 driejaarlijks per
leerling in rekening.
Bij het onder C. opgenoemde personeel wijst schrijver er op hoe
alle traktementen, toelagen, verblijfkosten, daggelden enz. voor het
Indische personeel meer bedragen dan voor het Nederlandsche. Deze
opmerking is volkomen juist.
De slotsom is dus, dat bij samensmelting der officierskaders het
bezoeken der Hoogere Krijgsschool, der Normaal-Schietschool en
der Werkplaatsen voor draagbare wapenen minder uitgaven na zich zou
sleepen, al verwacht ik er niet de door schrijver aangegeven bespa
ring van.
Bij dat alles wordt echter uitgegaan van de veronderstelling, dat
ook dan evenals nu de gedetacheerde officieren van het Neder-
landsche leger tijdens hun detacheering in de sterkte van hun korps
blijven tellen.
Deze toestand echter is nu reeds aan veel bezwaren onderhevig;
het daardoor vermeerderd incompleet werkt schadelijk op de uit
oefening van den troepen dienst, zoodat zich menigmaal stemmen daar
tegen verheffen. Vooropzettende, dat in geen geval het Indische leger,
dat doorloopend oorlogsvaardig moet wezen, een incompleet aan