214
dat aantal nagenoeg 2 (p q) worden, althans voor de K. M. A.
cl. De vervanging van alle vorenbedoelde officieren van het
Indische leger 221) in de koloniën, die nu boven de formatie
moeten aangesteld worden, zou niet meer voorkomendaardoor
a'leen zou o. a. voor eerste uitrusting ad f 1000 en voor overtochts
uitgaven naar O. I. ad f 700 een som van 375.700 kunnen
bespaard worden.
Onder die 221 officieren zijn begrepen de 29 officieren aan de
Hoogere Krijgsschool, voor wie schiijver reeds vroeger het bedrag
aan gratificatie en overtocht naar Indtë in rekening bracht, zoodat
hij daardoor, zonder een paar metnoriekosten mede te tellen, tot de
conclusie kwam, dat de gemiddelde jaarlijksche rijksuitgaven voor de
plaatsing van gemiddeld 26 O. I. leerlingen bij de Hoogere Krijgsschool
ruim f 131577 bedragen.
Met die memorieposten noemt schrijver dit bedrag onder b onge
veer 2 ton.
Volgens mijn berekening op blz. 212 zou er jaarlijks een zeker
getal officieren wegens ziekte naar Nederland moeten vertrekken, welk
getal ik, met het oog op de omstandigheid dat het cijfer 4°/0 gevonden
werd over een tweejarigen verloftijd, op de helft daarvan of
2°/o zal stellen.
Dit punt nog eens nader beschouwende, wijs ik er op dat die
221 officieren boven de formatie zijn en dat in den loop der iaren
de uitgaven ad f 375.700 gedaan zijn.
Vermeerdert of vermindert in een zeker jaar het aantal der onder
a, en c genoemde categorieën met x officieren, dan zal hiervan
een vermeerdering of vermindering van x X f (1000 700) het
gevolg zijn.
Wellicht bedoelt schrijver niets anders, maar de lezing van het
onder d gestelde geeft den indruk, alsof er door de samensmelting
der officierskaders jaarlijks een besparing van f 375.700 verkregen
zou worden.
ad 2°. Volgens schrijver heeft Nederland bij het uitbreken van een
oorlog daargelaten, dat in zoodanige omstandigheden zeker de meeste
O. I. officieren vrijwillig hun diensten zouden aanbieden geen recht
om te beschikken over de verlofgangers, zelfs niet na afloop van bun