11 dat kader; doorloopend heeft men bij het Werfdepot een zooge- naamden recrutentijd, het vaste kader heeft het geheele jaar door denzelfden vermoeienden dienst, als het kader van de regimenten infanterie in de eerste 3 en 4 weken na opkomst der militie lichting. Wel bevinden zich onder de voor Indië verbondenen ook gewezen militairen en militairen van het leger h. t. 1., waarvan velen geoefend zijn, doch met de niet gedienden moet het kader dag in dag uit beginnen om dezen de eerste militaire plichten te leeren. Daarbij komt nog, dat men onder hen elementen vindt van den meest uiteenloopenden aard ook wat nationaliteit betreftmen leert hen niet genoeg kennen, omdat zij slechts korten tijd bij dat Depot vertoeven. Door het telkens aannemen en van tijd tot tijd uitzenden dier perso nen heeft doorloopend afwisseling bij dat korps plaats, de kazerne te Harderwijk is een soort van passantenhuis, waarin ten allen tijde op den komenden en gaanden man bijzonder gelet en waarin door het kader vooral een strenge tucht gehandhaafd moet worden. Tegenover die verscheidenheid van personen moeten de onderoffi cieren en korporaals door den graad, dien zij bekleeden, zich op een standpunt plaatsen, Waardoor zij zich steeds ten opzichte van alle mogelijke handelwijzen kunnen rechtvaardigen. Helaas is dit niet altijd het geval geweest; de geschiedenis van het Koloniaal Werfdepot kan ongelukkig enkele voorbeelden aantoo- nen, waarbij eenigen van het kader dat standpunt uit het oog ver loren, te zwak waren en op die wijze hun prestige tegenover hunne minderen verloren. Een spoedige overplaatsing voorkwam, zooal niet steeds, maar toch in de meeste gevallen de verdere nadeelige gevol gen van zulk een misstap. Het kader voor Indië bestemd werd aanvankelijk gevonden uit de personen, die zich bij het Werfdepot verbonden en daar door geschikt heid en goed gedrag blijken gaven voor het bekleeden van een graad in aanmerking te kunnen komen. Toen langzamerhand ook de kolo niale werving meer bij de korpsen van het leger h. t. 1. werd aange moedigd en daardoor ook onderofficieren en korporaals in Indischen dienst overgingen, had de bevordering bij het Koloniaal Werfdepot niet zooveel meer plaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 22