221 Aannemende dat de reis tusschen Amsterdam en Oost-Indië 6 weken en tusschen Amsterdam en West-Indië 2 weken duurt, dat de officieren voor hun vertrek ongeveer één maand verlof krijgen, dan is het met het oog op de reizen in den Archipel zeker niet ruim gerekend, als ik beweer, dat de naar Oost- en West-Iudië vertrek kende en van daar terugkeerende olficieren respectievelijk 3 maanden (l) en 1| maand aan den dienst onttrokken zijn. Door een kleine herleiding ziet men, dat er jaarlijks 133 en ruim 1 officier aan den dienst onttrokken zijn. Hiervoor dieneu 134 officieren boven de formatie te worden gevoerd, boven en behalve het door mij op blz. 208 nog benoodigd geachte aantal officieren-leeraars, instructeurs en leetlingen. e. De meerdere onderwijskosten. De studietijd zou hoogstwaar schijnlijk voor de leerlingen op alle onderwijsinrichtingen behalve de Cadettenschool uitgebreid dienen te worden, terwijl het leeraars- personeel grooter zou worden. Tegenover dat alles staan volgens schrijver tal van indirecte en directe voordeelen, alsmede zeer belangrijke te verkrijgen financieele bezuinigingen. Ik zal de aangegeven voordeelen en bezuinigingen achtereenvolgens bespreken. le. Onze bezittingen buiten Europa zullen door een veel grooter aantal Nederlanders bezocht, gekend en gewaardeerd worden, waar door de belangstelling voor die koloniën aanmerkerlijk moet toenemen en tevens het hier en daar nog bestaande vooroordeel tegen die ge westen doen verdwijnen. Zou deze vermeerdering van officieren, die de tropen zullen bezoe ken, iets beteekenen op het totaal aantal Europeanen aldaar. Volgens het Koloniaal Verslag van 1895 en den Regeerings Almanak van 1896 was het aantal Europeanen en met hen gelijkgestelden (leger en vloot niet medegerekend) in Oost-Jndië op ultimo 1893 60260, waaronder 33442 mannen en op ultimo 1894 62846. Onder hen waren op ultimo 1893 6950 vrouwen en 14813 mannen buiten Indië geboren, terwijl er onder de 38497 in Indië geborenen nog tal van personen zijn, die hier medegerekend dieneu te worden, (1) Majoor Kielstra neemt aan minstens 4 maandeD.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 236