222 omdat zij, hetzij uit Europeesche ouders geboren zijn, hetzjj door familiebanden, door het feit dat zij in Nederland een deel van hun opvoeding ontvingen als anderszins, zoo aan Nederland verbonden zijn, dat 7ij medewerken om Indië aldaar meer bekend te maken. Met deze cijfers voor oogen zal men gerust kunnen zeggen, dat het er op het geheele aantal Europeanen niet veel toe doen zal of nu alleen het Indische, dan wel of óók het Nederlandsche officiers korps voor den vervolge de tropen bezoeken zal Zich uitsluitend tot het officierskorps bepalende, zal men echter evenmin schrijvers conclusie kunnen onderschrijven. Een veel grooter aantal zal de Iropen bezoeken, doch ik zet als mijn vaste overtuiging voorop, dat men zal zien, dat over het algemeen de in Indië vertoe vende officiereu geen moeite zullen doen om het land en het volk te leeren kennen. Niet alleen is de hun geschonken tijd daarvoor te kort, maar bovendien zij zullen hun verblijf in Indië slechts als tijde lijk beschouwen; zij verlangen naar Nederland naar hun gezin terug te keeren en zij allerminst zullen de personen zijn, die Indië leeren waardeeren. En wijst men mij op de voorbeelden van in Indië gedetacheerde officieren, die zelfs boven velen hunner Indische collega's uitblonken door hun toewijding en hun ambitie om land, volk en taal te leeren kennen, dan zou ik daar niet alleen andere voorbeel den tegenover kuuuen stellen (zoo van een kapitein, die na een 3 maal vijfjarige detacheering nog zeer slecht Maleisch kende), maar boven dien moet men niet vergeten, dat het meerendeel van hen, die thans gedetacheerd worden, vrijwillig uit roeping en dus met de meeste ambitie naar Indië gaan, dat zij dus behooren tot de élite van het korps. En dat vooroordeel tegen Indië. Zou er iets zijn, dat meer mede gewerkt heeft om dat te doen ophouden, dan de vele en jonge huwelijken der Indische officiereu. De dochters uit alle, ook de hoogste standen der maatschappij treft men tegenwoordig in Indië aan. Dit met de daaruit ontstaande familie- en vriendschapsbanden tusschen Nederland en Indië is de krachtigste aansporing geweest om Indië te leeren kennen, om in het moederland belangstelling voor de tropen te doen ontstaan. Zouden de toestanden, voortspruitende uit het feit, dat het officiers-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 237