224 -
dien tijd in geheel andere terreinen met Inlandsche soldaten en met
als hoofddoel voor oogeD oefening tegenover den Inlandschen vijand
door te brengen. Trouwens vooral deze laatste oefening, waarop in
onze koloniën alles gebaseerd moest zijn, zou daar sterk onder lijden.
4e. Verschil in bevordering bij de verschillende legers zal ophouden
voor te komen.
Evenmin als in het onder 2° genoemde zie ik hierin eenig voor
deel. Verschil in bevordering in hetzelfde leger tusschen de ver
schillende wapens, wat veel nadeeliger werkt, zal bovendien blijven
bestaan. Verschil in bevordering met de marine, diein Indië zoo herhaal
delijk met de landmacht gecombineerd optreedt, blijft eveneens bestaaD.
5e. Onnatuurlijke en stuitende toestanden, die zich nu voordoen
bij detacheeringen van officiereD, kunnen niet meer bestaan; n. 1.
a. hoogere traktementen der gedetacheerde Indische officieren;
b. hoogere pensioenen van enkele Nederlandsche officieren dan
hun ranggenooten in Indië;
c. het dienen onder officieren van jonger aanstelling.
Het zou wenschelijk zijn deze toestanden te doen ophouden, al zie
ik ze minder ernstig in dan schrijver doet.
Het eenvoudigste middel is afschaffing der detacheeringen zonder
samensmelting der olficierskaders.
6e. Alle Nederlandsche officieren zijn in de gelegenheid krijgser-
varing optedoen, terwijl vele koloniale officieren zich in Nederland
beter technisch en wetenschappelijk zullen kunnen ontwikkelen.
Ik heb dit reeds breedvoerig besproken.
7e. Het gehalte van de officieren in de koloniën zal aanmerkelijk
verbeteren, om de redenen vermeld:
a. onder 6°.
b. onder 12° op blz. 218.
Het gehalte van het Nederlandsche leger zal om de onder b ge
noemde reden aanmerkelijk achteruitgaan.
Bovendien zal het Nederlandsche leger in tijden van gevaar een
belangrijke reserve aan officieren (Indische verlofgangers) missen.
8e. De financieele toestand, bij pensionneering, van alle tot het
Nederlandsche leger behoorende officieren, zal in de toekomst veel
verbeteren.