228 a 40e jaar weder naar de tropen vertrekt. Zeker al bijster weinig. 19°. De overtochtsuitgaven van en naar de koloniën voor de gehuwde officieren komen niet meer voor. In de eerste plaats vergeet schrijver hier de officieren van den geneeskundigen dienst, die niet in de samensmelting begrepen zijnde, toch wel getrouwd zullen mogen zijn. Yerder stel ik mij de vraag of het trouwen gedurende de vijfjaren, die men in Indië dient, moet worden afgeschaft, of wel of de officieren, die in de koloniën trouwen, gedwongen zullen zijn zelf de overtochtskosten van hun gezin te betalen. Dat schrijver zelf vreest, dat dit gedwongen achterlaten der ge zinnen zijn voorstellen schipbreuk zal doen lijden, blijkt m. i. uit de volgende noot: „Yan deze omstandigheid mag de invoering van den voorgestelden „maatregel niet afhangen, te minder niet, omdat het te voorzien „is, zelfs bij vrijen overtocht dier gezinnen dat wegens de korte „detacheering, vele officieren vooral gedurende den tijd dat hunne „kinderen de scholen moeten bezoeken vrijwillig hunne gezinnen „geheel of gedeeltelijk in Nederland zullen achterlaten." Als te voorzien is, dat zelfs bij vrijen overtocht der gezinnen velen die gezinnen geheel of gedeeltelijk zullen achterlaten, dan wil dat natuurlijk zeggen, dat zulks nu reeds geschiedt, want die korte detacheering (nota bene 5 jaarheeft daar niets mede te maken. Kinderen, voornamelijk zoons, laat men helaas door omstandigheden gedwongen veelal hun opvoeding in Nederland genieten; maar zooals ik reeds vroeger opmerkte, naarmate Indië zich meer ontwikkelt naar die mate zal zulks ook verminderen. Dat men zijn vrouw met de kinderen naar Nederland zendt, of van verlof terugkeerende voor eenige jaren achterlaat, komt eveneens wel voor, doch zulks behoort zeker tot de uitzonderingen. Al bracht de maatregel dan ook veel grootere financieele voor- deelen mede, zoo zou ik hem steeds uit een moreel oogpunt ten sterkste afkeuren. Een dergelijke maatregel is trouwens geheel in strijd met den tijdgeest. Mocht men ooit tot den maatregel besluiten, zoo zou men er, naar ik vermoed, waarschijnlijk ook wel toe komen om aan de gehuwden een maandelijksche tegemoetkoming voor het onderhoud van het gezin

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 243