244 schrift op de koloniale werving nogmaals door den M. v. O. in herinnering gebracht. Behalve genoemde middelen, die leiden moesten tot verbetering der resultaten van de koloniale werving, moesten ook in het begin van 1887 maatregelen worden genomen tot versterking van het onderofficierskader in Nederlandsch-Indië. Een daarop betiek- king hebbend K. B. van 22 April van dat jaar hield in, dat onder officieren van het leger hier te lande, die als vrijwilliger nog minstens een jaar te dienen hebben, voor den tijd van vier jaar, de heen- en terugreis daaronder begrepen, onder genot van eene gratificatie van f 200, bij het leger in Oost-Indië gedetacheerd konden worden. Bij hun terugkeer uit Indië waar zij niet op den cursus worden toegelaten (aanschrijving M. v. O. 20 Juli 1888 No 71) worden zij weer op het Koloniaal Werfdepot en vandaar op hunne korpsen gedirigeerd. Tengevolge van een overcompleet aan onderofficieren der infanterie bij het Indische leger in 't begin van 1889, werd wel die bepaling omtrent detacheering zoomede die van sergeant-milicienstijdelijk buiten werking gesteld, doch toen ruim een jaar later volgens bericht van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië op 1 Juli 1890 bi) het leger aldaar een incompleet bestond aan onderofficieren, voorna melijk bij het wapen der artillerie en cavalerie, werd zij weer van kracht en is dat tot nu toe gebleven. Ook de Minister van Koloniën nam zelf in het laatst van 1887 een maatregel om de werving voor Indië te bevorderen. Een viertal officieren en gepensionneerde officieren van het Indische leger ontvingen n.l. daarvoor rechtstreeks van Z.E de opdracht, bepaalde provinciën in ons land te bezoeken en de personen, die hen daartoe geschikt voorkwamen, naar Harderwijk op te zenden, waar dan verder bij het Koloniaal Werfdepot het noodige voor aan neming als militair voor Indië verricht zou worden. Aan die per sonen en hunne geleiders en wat deze laatsten betrof ook voor de terugreis kon reisgeld naar Hardewijk worden verstrekt, zoodat genoemde officieren wel daarmede behulpzaam mochten zijn, maar zich zelf van feitelijke aanneming moesten onthouden. Welke uitkomsten die werving heeft opgeleverd is hieruit na te gaan, dat zij van October 1887 Juni 1888 heeft geduurd, en dat in dit tijdvak van de 28 personen, op die wijze door die officieren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 259