246 worden gerapporteerd, met mededeeling of het al dan niet raadzaam voorkwam,die maatregelen definitief ook voor andere garnizoenen in te voeren. Na ontvangst dier rapporten bepaalde Z. E. bij aanschrijving van den 16en April 1888, VI6 afdeeling, Int. N°. 63, dat de genomen proef met enkele wijzigingen zou voortgezet worden tot 1 October d.a.v., op welken datum weder daarvan verslag aan den M. v. O. moest worden gedaan. Die wijzigingen bestonden hierin, dat voor eiken dag, dat de recruut langer dan acht dagen daggeld genoot, de premieinstede van met f2. met minstens één gulden zou worden verminderd, dat de termijn, waarover het daggeld kon worden toegekend, bij uitzondering gesteld kon worden op twee maanden en dat de recruten, voor wie dat noodig werd geacht, eerst 3 of 4 dagen na hunne aankomst te Maas tricht, afdoende geneeskundig werden onderzocht. Hoewel de aanvankelijk verkregen gunstige uitslag den Minister van Oorlog aanleiding had gegeven die proef met voren vermelde wij zigingen voort te zetten, bleken toch de verdere resultaten verre van gunstig te zijn; in het halfjaar toch van 1 April1 October 1888 werden slechts 13 vreemdelingen aangenomen, die te Maastricht gebruik hadden gemaakt van de voor hen aldaar bestaande gelegenheid om in de kazerne te worden opgenomen zelfs na 15 Augustus van dat jaar tot 1 October d.a.v. werd bij het Koloniaal Werfdepot geen vreemdeling meer aangenomen, die in bedoeld geval had verkeerd. De kennisneming van de op laatstgenoemden datum ingekomen rapporten omtrent de te Maastricht genomen proef tot bevordering der werving voor de koloniale troepen, deed dan ook bij den Minister van Oorlog de overtuiging vestigen, dat de bij die proef verkregen resultaten geenszins opwogen tegen de moeite en de kosten, welke daarvan een gevolg waren. Om die reden bepaalde dan ook Z.E. bij aanschrijving van 15 October 1888, III® Afdeeling, Personeel N°. 37, dat de garnizoenscommandant te Maastricht uitgenoodigd werd de proef met ultimo December 1888 te doen eindigen. Zooals boven vermeld is, was in 't begin van 1887 een nieuwe uniform voor Oost-Indië, als kleeding op proef, vastgesteld en daarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 261