266 -
Verliezen lij de expeditie naar Madagaskar.
Men berekent, dat de verliezen aan dooden geleden bij de expeditie
naar Madagaskar ongeveer 3500, waarvan de helft Europeanen, hebben
bediagen op een sterkte van 20.000 man. Deze sterfgevallen zijn voor"
namelijk te wijten aan diarrhee en moeraskoorts, de laatste vooral ver
oorzaakt door het drinken van het vergiftige water uit de moerassen.
Overviel die ziekte iemand in de nabijheid van een kamp of ambulance,
zoodat onmiddellijk geneeskundige hulp konde worden verstrekt, dan was
redding mogelijk, anders was de lijder reddeloos verloren. Het aantal aan
deze ziekte gestorvenen is vooral groot onder degenen, die gewerkt hebben
aan het aanleggen van wegen, die noodig bleken te zijn, omdat het
transport te water, waarop was gerekend, tegenviel. Dat op de thuisreis
zooveel sterfgevallen voorkwamen, wordt geweten deels aan de gebrekkige
inrichting van zieken vervoer, deels daaraan, dat verscheidene zieken
eigenlijk te zwak waren om de reis te ondernemen, doch dat zij zóó naar
het vaderland verlangden, dat zij, wanneer men hen op Madagaskar of
Reunion had gehouden, aan heimwee zouden zijn gestorven.
Militair Weekllad).
Buitgemaakte wapenen en munitie hij de inneming van Tananariva.
De bij de inname van Tananariva buit gemaakte wapenen en munitie
zijn: 48 Krupp-snelvuurkanonnen van 7.8 cM., 7 Hotehkisz-kanonnen,
20 Gardener-mitrailleurs met nagenoeg 1000 ladingen per stuk, 2 Arm-
strong-kanonnen van zwaar kaliber, 11.000 Martini-Henry-, Mauser, Berdan-
en Remington-geweren, een groot aantal sabels en lansen en ruim 6
millioen geweerpatronen. Al dit materieel, dat grootendeels nog zeer
bruikbaar is, vertegenwoordigt een waarde van verscheidene millioenen.
Behalve de Iiotchkisz-kanonnen, die uit Frankrijk afkomstig zijn, is het
materieel door Engelschen geleverd, die evenwel nog steeds op betaling
wachten. Bovendien zijn 2 groote, in de nabijheid van de stad gelegen
patroonfabrieken met een grooten voorraad buskruit, salpeter, zwavel en
houtskool in handen van de overwinnaars gevallen.
{Militair Weekblad).
Gebrek aan manschappen bij de marine der Vereenigde Staten.
In zijn rapport over het jaar 1895 zegt de minister van Marine
o. a. „dat er geen natie is zoo rijk aan oorlogsmaterieel, die zoo weinig
in staat is, om uit gebrek aan manschappen de vloot te bemannen". Om
eenigszins in dit gebrek te voorzien, vraagt hij machtiging om 1000
matrozen aan te werven, terwijl voortaan de mariniers zullen worden