270 Verwachtte generaal Pel van die zending ook al weinig resultaat, wijl hij vreesde dat Toekoe Nanta's partij thans in de IV Moakiras den boventoon voerde, de poging moest echter worden gedaan. Den 5en Januari keerde de zendeling terug zonder eenig antwoord, blijde dat hij er het leven had afgebracht. Toekoe Lampasei stelde alsnu voor, er zelf op uit te gaan, als n. 1. een onzer oorlogsschepen hem daartoe naar het op de Westkust gelegen Kloeang wilde overbrengen, in welk voorstel getreden werd. Dooi Hr. Ms. stoomschip Deli op den 9on Januari derwaarts overgevoerd, trof ook deze persoonlijke inmenging geen doel. De van uit Kloeang door Toekoe Lampasei aan de hoofden geschre ven brieven kwamen wel aan hun adres, doch als antwoord werd de me- dedeeling ontvangen, dat men zich niet zonder tegenweer wenschte te onderwerpen, aangezien zulk eene daad de geheele Sagi der XXV Moekims schandvlekken zou. Men bereidde zich dus in de IV Moekims het was duidelijk op tegenstand voor, men bedreigde zelfs van uit den versterkten bergpas van Blang Kala, de zich aan ons onderworpen bevolking in het Lam Paggersche met een inval. Aangezien onder deze omstandigheden verdere ouderhandelingen toe niets konden leiden en langer uitstel ons slechts nadeel kon geven, besloot generaal Pel op den 156n Januari en wel door den pas van Blang Kalategen de IV Moekims op te rukken. Voor deze operatie werden bestemd commandant, majoor L. Gr. Diepenheim, ba taljons-adjudant, 1» luitenant K. H. Röpke, het R. H. 3" commandanten der 1, 2°, 3e en 4" compagnie, ide kapiteins J. M. E. van Swieten, A. D. J. de Man, A. Rozenraad (nog dienzelfden dag wegens ziekte vervangen door den len luite nant W. van Santen Kolff) eu J. G. Jansen; de 4e compagnie 8e bataljon, kapitein J. H. Kievits de 4e compagnie barisan Sumauap, kapitein D. E. W. Schmulling een detachement mariniers (61 man), le luitenant J. B. Verheij; 2 sectiën artillerie, kapitein L. C. F. üuguiés 20 mineurs, le luitenant M. P. M. Kuijl;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 285