271 ambulance, officier van gezondheid 28 klasse J. M. E. Kiinert en opnemingsbrigade, kapitein F. C. E. Meijer. Het geheel onder bevel van den luitenant-kolonel Meijer. Een 300 tal koelies niet mederekenende, bedroeg de gansche sterkte dezer colonne 34 officieren en 780 mindere militairen. Terwijl de le luitenants-adjudanten G. S. Schultz en H. E. Munniks de Jongh als fungeerend stafofficier den overste Meijer zouden bijstaan en de 2e luitenant-kwartiermeester M. Logeman voor het transport en de distributie der vivres zoude zorg dragen, sloten zich alsnog bij de colonne aan de generaal Pel en zijn staf, te weten: overste Brugman, majoor Winter, majoor van Lennep, le luitenant adjudant de Bruijn, Barisanoverste Paogeran Ario Mangkoe Adi- ninggrat, benevens controleur Tadema. Om voorts de colonne gedurende haren tocht over het gebergte en haar verblijf in de IV Moekims langs den kortsten weg van munitie en vivres te voorzien, werd aan den artilleriecommandant en den gewestelijken adjudant de opdracht verstrekt, daartoe te Lam Pagger het noodige bijeen te brengen. Ten einde bovendien zoolang mogelijk den vijand in het onzeker» te laten, langs welken weg de troepen in de IV Moekims zouden dringen en dientengevolge's vijands krachten te verdeeleu, werd aan den te Pakan Badak achterblijvenden overste Engel gelast, in den morgen van den 16eD Januari in de kloof van Beradoean te demonstreeren, terwijl aan den marinecommandant werd verzocht, in de eerste dagen het vuur der schepen op de kampongs der IV Moekims te doen staken. Des namiddags om 3 uur marcheerde de colonne Meijer af; zij kwam des avonds ten half zeven in de vlakte van Blang Kala aan, alwaar onmiddellijk het bivouak betrokken werd nabij het bergpad, dat des anderen daags zou moeten worden gevolgd. De 4° compagnie 36 bataljon, kapitein Jansen, tegenover dit pad in stelling komende, nam aan die zijde gedurende den nacht den veiligheidsdienst waar. De nacht zou echter voor eenigen van geen langen duur zijn, dewijl dezelfde compagnie reeds om 3 uur v. m. het bergpad aan het opklauteren was tot dekking van den overste Meijer, die het wagen wilde den zadeltop te bezetten, vóór dat de zon ter kimme zou rijzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 286