273 werden achtereenvolgens eenige kampongs doorgetrokken en onder- tusschen het terrein opengekapt, zonder daarin door den vijand bemoeie- lijkt te worden. Toen evenwel omstreeks 8 uur de voorhoede den kampong Lam Roeka naderde, kwam daarin plotseling verandering en vuurde de vijand zóó uit velerlei hoeken en gaten zonder, gelukkigons meer dan 1 gewonde te bezorgen, den Europeeschen fuselier Stiekel, n°. 70986 dat de overste Engel het vuurgevecht afbrak en van stelling rot stelling échelonsgewijze retireerende, om 9| uur v.m. weer in het bivouak terugkwam. In de kloof van Blang Kala zou de dag van 17 Januari bij velen onuitwischbaar in het geheugen gegrift worden. Reeds in den vroegen morgen was aldaar overste Meijer voorwaarts gerukt, met de compagnie Jansen aan het hoofd der colonne; ook thans weder bleek dat dalen vaak moeielijker dan klimmen is. Weldra in vuurgevecht komende, waarbij de le luitenant der infan- terie F. Godin een schampschot aan de borst bekwam, werd klauterend en naar beneden glijdende, de vijandelijke stelling in haar flank aan gegrepen en de verdedigers met achterlating van 2 dooden verjaagd. Tot ruim 1 uur n.m. werd alsnu, onder de grootste terreinmoeie- lijkheden, de marsch voortgezet, toen de colonne wederom vóór eene v< rsperring en vóór eene benting kwam, van waaruit al dadelijk zóó druk gevuurd werd, uit lilla en geweer, dat men blijkbaar hier ter dege zou dienen te vechten. Tot groot ongerief der onzen liet het zwaar begroeid terrein niet toe, zich eenige rekenschap van den aard der versterking te geven. De kapitein der infanterie F. C, E. Meijer, vergund zijnde met eenige mineurs zich een weg door het struikgewas te banen, om in de flank der versterking te geraken, kwam, geen kans ziende door dieu chaos heen te komen, onverrichterzake terug. Inmiddels hadden ook majoor Diepenheim en zijn adjudant, de le luitenant Röpke, met den gids zich naar voren begeven, om zoo goed en zoo kwaad als het ging, de vijandelijke positie te verkennen, waarbij al dadelijk de gids een doodelijk schot in het hoofd bekwam en de Europeesche korporaal Looij, n°. 40766 sneuvelde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 288