276
wat al te vriendschappelijk over de Nederlanders dacht en wist Toekoe
Nanta dan ook na het eindigen der le expeditie te bewerken,
dat Toekoe Lampasei uit zijne betrekking van hoofd der IY Moekims
ontzet werd en in diens plaats twee zijner neven, Toekoe Moeda Oesoef
en Toekoe Tjoet Bantah, benoemd waren geworden.
Leidde deze daad er toe, dat bij het begin onzer 2e expeditie,
Toekoe Lampasei zich geheel in Toekoe Neq's richting bewoog en
al dadelijk zich aan ons kwam onderwerpen onder deze om
standigheden kon Toekoe Lampasei kwalijk in zijn oude rechten
worden hersteld, zoo lang niet de IY Moekims ter dege door ons
bemeesterd waren en alle hoofden, zonder onderscheid, zich aan ons
onderworpen hadden.
In den namiddag van den 18en Januari rukte te dien einde gene
raal Pel met zijn gansche macht naar Pakan Kroeng Raba op en
werd er het bivouak betrokken, onder commando van den majoor
Diepenheim.
Inmiddels was van uit Pakan Badak op den 17en Januari, om 6|-
uur v.m. onder bevel van den overste Engel, een colonne sterk 3
compagnieën infanterie en 1 sectie artillerie gegaan, om door 2
dier compagnieën het terrein in de kloof van Beradoean verder te doen
openkappen en de overigen als dekking te doen dienen.
Door het vuren des vijands moest echter het kappen spoedig
gestaakt worden en keerde dientengevolge reeds om 9^ uur v.m. de
troep te Pakan Badak terug.
Om redenen van politiek belang besloot generaal Pel eenige dagen
te Pakan Kroeng Raba te blijven en zullen wij thans achtereenvolgens
in 't kort vermelden, wat er al zoo gedurende dien tijd werd verricht.
Het allereerst moest aan gewonden en zieken worden gedacht, om
ze naar Kota Radja te doen transporteeren; terwijl reeds op den
7en Januari van uit de kloof 2 officieren en 29 soldaten via
Lampagger naar den kraton waren geëvacueerd, embarkeerden om
gelijke redenen den 19en Januari op de „Aart van Nes" 7 geblesseer-