285 moest vergenoegeD, nu het ter zijde van het pad gelegen terrein al te modderig was. Om 10-J- v.m. kwam, steeds den voet van het gebergte volgende, de colonne aan tegenover Djempit, alwaar zij in de verte de colonne Mekern in stelling zag. Bij deze colonne hadden zich des morgens ten 9 ure, na eenen marsch over Lam Hassan en Adjoen, de compagnie Wttewaal van Stoetwegen en eene sectie artillerie aangemeld. Aaogezien wij thans voor de eerste maal met het 13e bataljon infanterie in ons opstel te doen krijgen, ga de mededeeling vooraf, dat de 1®, 2® en 3® compagnie van dit korps respectievelijk werden gecommandeerd door den kapitein J. N. J. Ketelaar, den bij dit bataljon overgeplaatsten len luitenant T. W. J. Buijs (gedetacheerd van het Nederlandsche leger) en den kapitein J. D. de Bruijn. Wie de 4® compagnie commandeerde, teekenden wij hiervoren reeds aan. De 1® luitenant J. W. van Yooren was de bataljonsadjudant. De colonne Mekern, bevolen zijnde de sawah te verlaten en de colonne Diepenheim op haren linkervleugel te volgen, baande zich met zeer veel moeite een weg door het drassige terrein en bereikte omstreeks 10f uur v.m. de kampong Tjabang, alwaar meer iu Wes telijke richting zich ook de colonne Diepenheim naar voren bewoog. Had de vijand thans van zijn aanwezen blijk gegeven, diens vuur noodzaakte weldra de colonne Diepenheim halt te houden, nu front en linkerflank vrij hevig werden bestookt. Ttrwijl de compagnie van Santen Kolff en de sectie Tindal op het zwaar begroeid terrein, dat voor hen lag en waarbij men ter nauwernood 20 pas ver vóór zich uitzag, vuur gaven, om den onzicht- baren vijand te doen wijken, klauterden, gedekt door 1 peloton infanterie, de overste Meijer, de luitenant-adjudant de Bruijn en de Europeesche hoornblazer Antonisse (ons uit den Blang Kala pas reeds bekend) alsnu tegen het steile gebergte een paar honderd voet naar boven, om van daar uit het voorliggend terrein te overzien. Deze klauterpartij werd loonend, want weldra bemerkte Meijer, dat de vijand kampong Tjabang verliet en eene groote menigte volks Dl. I, 1896. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 300