294 den luitenant-kolonel der Sumanapsche barisan buiten gevecht gesteld. Ruim 5 uur des namiddags werden door de gescheiden troependeelen de bivouaks betrokken, welke in den komenden nacht niet noemens waardig werden gestoord. Den volgenden morgen vroeg 31 Januarivaardigde generaal Pel de navolgende orders uit. De overste Engel vervolgt in Oostelijke richting de beweging door de kampongs, doch rukt niet verder door dan ter hoogte van Oleh Soesoede majoor Diepenheim ageert als centrumcolonne tegen den missigit van Oleh Soesoe en bezet dat punt; de overste Meijer rukt als rechtercolonne op den kampong Lampenehen aan en zuivert dien kampong van vijanden. De troependeelen waren intusschen op den vorigen dag bij de colonne Meijer op de sawah een weinig uit hun verband gegaan, waardoor het zich verklaart, dat op 31 Januari onder den overste Meijer eene compagnie van het 3® bataljon ageerde, waarvan Diepen heim bataljonscommandant was en dat bij de colonne Diepenheim 1 compagnie van het 13® bataljon was terecht gekomen, waarvan de op dien dag onder Meijer ageerende majoor Mekern de korpschef was. Om de troependeelen voldoende uit elkander te houden, volge hier de samenstelling der beide op de sawahs ageerende colonnes. Bij de colonne Meijer bevonden zich de 1®, 3® en 4® compagnie 13® bataljon (commandant de D luitenant Buijs en de kapiteins de Bruijn en Wttewaal van Stoetwegen); de 4® compagnie 3® bataljon (1® luitenant Smith); de 2® compagnie barisan (kapitein Vervloet); de mariniers (1® luitenant Yerheij); 7 stukken geschut (kapitein van der Kruk); 1 detachement mineurs (Europeesche sergeant Benjaminsen) en ambulance (officier van gezondheid 2e klasse Künert)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 309