307 Hetgeen gij zegt omtrent het gevecht te voet en waar gij in ons reglement een kort, duidelijk begrip wenscht van het normaal aanvallend en verdedigend gevecht, liefst nog geschoeid op de leest van dat der infanterie, geven mij de overtuiging, dat wij ons daaromtrent ook andere denkbeelden hebben gevormd. In bet Journal des Sciences Militaires (Augustus 1895 blz. 177 e. v.) las ik o. a.„Ce n'est pas en parodiant sur la place d'exercices le combat de l'infanterie que les cavaliers doivent être exercés se servir de leur carabine; leur éducation, leurs effectifs, leur habillement même ne leur permettent pas de copier les méthodes de l'infanterie: ils ne feraient que de mauvaise besogne. Ce qu'il faut, c'est qu'ils sachent: dans 1'offensive, mettre pied a terre rapidement, se former en ligne, tirer, puis disparaitre et recommencer sur un autre pointdans la défensive, organiser les bois, les villages, les ponts, etc pour arrêter devant eux l'ennemi, pendant que des fractions, restées a cheval, assailleront ses flancs et ses derrières". Getoetst aan Indische toestanden, is het bovenstaande ook volkomen waar voor ons. Het gevecht te voet der cavalerie is in zijn aard zoo geheel ver schillend van het gevecht der infanterie, dat ik mij verbaas, hoe gij het door u aangehaalde zoudt wenschen. Ook in het Duitsche cavalerieregiment van September 1895 zoudt gij tevergeefs zoeken naar het door u zoo noodzakelijk geachte. Zeer terecht is dan ook bijna alles overgelaten aan het initiatief der aanvoerders en dat kan en dat mag niet anders, omdat het aanvallend gevecht in den regel een verschijnen en verdwijnen zal zijn en het verdedigend gevecht een tijdelijk vasthouden van een of auder punt. Op blz. 60 tracht gij den niet-cavalerist diets te maken, dat bij het schieten met de revolver in den regel één kalm paard werd uitgezocht, dat dan afwisselend werd bestegen. Had er nog aan toegevoegd: ,,dat dan door zes man werd vastgehouden", en nog meer lezers dan nu zouden hebben gedacht, hoe treurig! Uwe bewering ,,J", is echter verbazend overdreven. Ik heb wel eens gezien, dat enkele paarden moeilijk voor de schijf te krijgen waren en daar niet stil wilden staan, maar dat waren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 322