327 Inmiddels werd het hoofdexpeditiekorps zeer snel te Peshawer georganiseerd, zoodat na verloop van eenige dagen generaal Low 3 brigades had vereenigd, wier getalsterkte, gevoegd bij die der andere wapensoorten en hulpdiensten, 14000 man bedroeg. Generaal-majoor Sir Robert Low, belast met de samenstelling en het bevel over de expeditie, had reeds zijne sporen verdiend in de Afghaansche oorlogen (1878 '80) en in Birma (1885'88). De beroemde marsch naar Kandahar had voor goed zijn naam gevestigd. Bij 't sluiten van den vrede werd hij geplaatst aan 't hoofd van den Indischen transportdienst, welke betrekking hij tot 1885 bekleedde. Als brigade-generaal tijdens den veldtocht in Birma rechtvaardigde hij meermalen den hoogen dunk, dien het legerbestuur van zijne dapper heid had. Het expeditiekorps, dat zich op 't laatst van Maart op marsch had begeven, moest door den Malakand-pas naar de Panjkora-rivier oprukken, dezen stroom bij Dir oversteken en vervolgens in het Kunardal den Lowari-pas, die over Ashreth en Kala-Drosh naar Chitral voert, overtrekken. Al spoedig kreeg Sir Low bericht, dat de vijand Noordwaarts van Dargai was gesignaleerd; de fanatieke en vrijheidlievende Swati- stammeu, ten getale van 3000 goed gewapende strijders, die gemeene zaak hadden gemaakt met de troepen van Umra-Khan, hielden de Malakand-, Shahkot- en Morah-passen bezet. (1) De opperbevelhebber, vernomen hebbende, dat beide laatstge noemde bergpassen sterk bezet schenen te zijn, doch de eerste slechts verdedigd werd door een zwakke afdeeling, besloot tot den aanval op de Malakand-engte. Ten einde den vijand in 't onzekere te laten, demonstreerde den 2<n April de cavalerie op den weg naar den Shahkot-pas en had in last om, zoodra zij zich van deze taak had gekweten, langs dezelfde route terug te keeren om aan den alge- meenen aanval te kunnen deelnemen. De aan den Shahkot-pas op gestelde vjjand had dan echter geen tijd meer het gebergte over te trek ken, om de verdedigers van het Malakand-défilé tijdig te kunnen ondersteunen. (1) Hierbij kwamen nog 6 a 7000 ongewapenden, die tjjdens het gevecht in den Malakand-pas, steenblokken op de hoofden der aanvallers lieten rollen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 342