332 gekomen was in de zone van het werkdadig artillerievuur, slaagde het guide-bataljon er in, zonder groote verliezen de legerplaats te bereiken, die het daags te voren op den rechteroever tegenover Sado had ingericht. Juist toen de troep de borstwering bereikte, die hem tegen verder gevaar beveiligde, werd kolonel Battye doodelijk getroffen. Door zich ver in het gebergte te wagen, had de commandant van het guide-bataljon de grenzen zijner opdracht overschreden. In ieder geval zou 't verstandiger geweest zijn het bataljon op kleinen afstand van het overgangspunt op te stellen, ten einde zoodoende een soort bruggenhoofd te vormen op den rechteroever; enkele van daar uitgezonden officierspatrouilles zouden dan voldoende zijn geweest om datgene waar te nemen, wat men wenschte, en zouden tevens een strijd voorkomen hebben op een plaats, waar men hem niet wilde. Na de Panjkora te hebben overgetrokken, begaf de colonne zich naar Miankalai, de belangrijkste stad van het landschap Bajaur. Een afdeeling van 3000 man, die van plan scheen de toegangen tot deze stad te verdedigen, was niet bestand tegen het vuur der Engelsche artillerie en zonder ernstigen tegenstand te ontmoeten, bereikte de colonne Miankalai. Dadelijk na de inname van deze stad vernam generaal Low, dat Sher-Afzul het den verdedigers van het fort Chitral, wier voorraad levensmiddelen bijna was uitgeput, zeer lastig maakte. Er viel geen oogenblik te verliezen om de belegerden ter hulp te snellen. De bevelhebber der expeditie, bekend met de moeilijkheden van den weg, die hem van Chitral scheidde en vreezende, dat de colonne verplicht zou zijn een langen trein met zich te voeren, die hare bewegingen zeer zou vertragen, besloot terstond een detachement vooruit te zenden. Generaal Gatacre, commandant der 3e brigade, werd belast met het bevel dezer voorhoede (1). Onmiddellijk ging hij op marsch en bezette, zonder eenigen tegenstand te ondervinden, de stad Dir, alwaar hij bericht kreeg, dat Dr. Robertson en zijne gezellen zoo juist bevrijd waren. Spoedig daarna verscheen kolonel Kelly, die van de zijde van Mastuj was opgerukt, voor de muren van Chitral. Niet alleen had de bevrijding van Dr. Robertson groote vreugde (1) Haar sterkte bedroeg 500 man.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 347