333
verwekt onder alle Engelschen, maar het hoofd van den opstand, Umra-
Khan, die in zijn ongeluk verlaten was door de meesten zijner wapen
broeders, was gevlucht op het grondgebied van den emir van Afghanis
tan en in handen gevallen van den Afghaanschen bevelhebber van
Dungarai (bij Asmar).
Bovendien had een bondgenoot der Engelschen, de khan van Dir,
Sher-Afzul gevangen genomen.
Den 18en Mei, ongeveer 7 weken na 't vertrek der expeditie, deed
generaal Low zijn imocht te Chitral en vernam er alle bijzonderheden
van de gevaren, waaraan Dr. Robertson en de zijnen hadden bloot
gestaan.
Het beleg van fort Chitral is een der belangrijkste episodes uit
dezen veldtocht. De bezetting telde maar 543 man, waarvan er hooit
meer dan 370 de wapens konden voeren (1).
Het fort is een vierkant van 80 meter zijde, omringd door 8 meter
hooge muren, die geflankeerd worden door 4 torenseen vijfde toren,
die zich aan de Noordelijke face bevindt, dient tot bescherming van
den weg, die naar de rivier leidt. De steenen wallen ter dikte van 2 a 3
meter worden door houten stukken met elkaar verbonden. Ook dringt,
dit hout voor een groot deel in de steenlagen der torens. Het fort
is omgeven door ommuurde tuinen en eenige woningen, die de vei-
dedigers bij gebrek aan tijd niet konden slechten voor den aanvang
der vijandelijkheden. Enkele kleine gebouwen, die gelegen waren
buiten de Westelijke face, werden echter ingericht om het terrein
tusschen den weg en de rivier te bestrijken.
Ook bouwde men aan deze zijde een soort caponnière tot bescherming
van den ingang van het werk. Tusschen de tuinen, die het fort aan
de Zuid- en Oostzijde omringen, is een huis („maison d'été dat
een belangrijke rol speelde bij het aanvalsplan van den vpand.
Daar het fort aan alle zijden op geweerschotsafstand door de omlig
gende hoogten werd gedomineerd, kwam dit zeer ten voordeele van
den aanvaller.
Toen kapitein Townshend zich den 10en Februari met zijne kleine
afdeeling in het fort begaf, ontveinsde hij zich geenszins de gebreken,
(1) Gemiddeld waren er 60 a 80 zieken of gewonden in het hospitaal.
Dl. I, 1896.