334 die dit werk aankleefden, doch zoolang de vijandelijkheden nog niet waren begonnen, zou 't onvoorzichtig zijn geweest een aanvang te maken met het in staat van verdediging brengen, hetgeen Sher-Afzul zou hebben kunnen beschouwen als een werkelijke oorlogsverklaring. Toen eenmaal de eerste geweerschoten gewisseld waren, beproefde men wel het schootsveld der wallen grooter te maken, doch 's vijands vuur noodzaakte weldra dezen arbeid te staken. Het beleg begon den 40n Maart. Daags te voren had kapitein Townshend vernomen hebbende, dat Sher-Afzul met aanzienlijke strijdkrachten naderde langs den weg van Drosh een verkennings detachement van 200 man uitgezonden. Dit was te weinig of te veel; of wel men moest zich een weg banen dwars door den vijand en daaftoe met alle beschikbare krachten optreden, of wel trachten de sterkte en marschrichting te leeren kennen van de vijandelijke colonnes en in dat geval waren enkele patrouilles voldoende geweest. Deze onderneming liep dan ook uit op een nederlaag, die aan ver scheidene Inlandsche officieren van het expeditiekorps het leven kostte en ook aan de Britsche troepen ernstige verliezen toebracht. (1) Dr Ro bertson, die deze verkenning had willen medemaken, stond op 't punt in handen te vallen van Sher-Afzul. Den volgenden dag (4 Maart) was het fort geheel ingesloten. Niet alleen moest men de wallen tegen 's vijands aanslagen ver dedigen, maar tevens bedacht zijn op een veel ernstiger gevaar. Wij hebben gezien dat de muren van het fort, voornamelijk de torens op de hoeken, uit een houten gebouw bestonden, welks tusschenruim- ten door bloksteenen verbonden waren. Terecht vreesden de verdedigers dat Sher-Afzul trachten zou deze muren in brand te steken dit was een gemakkelijke en snelle manier om een bres te maken. Herhaalde malen beproefde de vijand de verbinding met de rivier te verbreken en door zijn vuur den houten toren te vernielen, die tot reservoir diende. Dank zij de waakzaam heid der belegerden en de door den bevelhebber genomen maatregelen, gelukte het de branden te bedwingen, die door de soldaten van Sher- Afzul werden aangestoken. (1) 56 dooden of gewonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 349