385 Half Maart werd gedurende eenige dagen tusschen beide partijen een wapenstilstand getroffen, doch sedert den 22en begonnen de vijan delijkheden opnieuw. Wetende, dat men nooit iets moet verzuimen om het moreel van den soldaat te verheffen, liet de fortcommandant van stukken en brokken een vlag met de Britsche kleuren maken. Allen dachten—zegt een der officieren van de bezetting—dat dit heilige zinnebeeld, dat trotsch boven de wallen wapperde, allicht hun lot zou veranderenhet was het symbool van hunne toewijding aan het vader land, waaromheen zich in hachelijke oogenblikken allen vereenigen. Terwijl de Engelschen dagelijks trachtten de verdedigingsmiddelen te verbeteren, waren de soldaten van Sher-Afzul langzamerhand de omwalling genaderd. In de eerste dagen van April bouwden zij van hout en fascines een groot verdedigingswerk op 40 meter afstand van de hoofdpoort en kondeu van daar gedekt hun vuur afgeven op de schietgaten der Westelijke face. In den avond van 16 April waarschuwde een schildwacht kapitein Townshend, dat hij in de nabijheid van zijn post een dof geluid hoorde, gelijkende op het stooten van een pikhouweel in den grond. Den volgenden morgen werd dit rapport bevestigd door een Inlandsch officier, die op dezelfde plaats was geweest. Er was nu geen twijfel meer mogelijk, de vijand maakte een mijn om tot aan den wal te naderen en de nabijheid van het geluid deed veronderstellen, dat deze arbeid reeds ver gevorderd was. Onder deze omstandigheden moest men terstond een besluit nemenj er werd besloten, dat men aan den kant, waar zich naar alle waar schijnlijkheid de ingang der mijn bevond, een uitval zou doen en vervolgens met enkele vaatjes buskruit het door den vijand begonnen werk zou trachten te vernielen. Luitenant Harley ontving last, aan 't hoofd van 100 man dezen uitval te leiden. Zijn opdracht was drieledig: le. Den vijand zonder een schot telossen met de bajonet aan vallen, hem uit het zomerhuis verdrijven, waar men meende, dat zich de opening der mijn bevond. 2e. Eenige gevangenen maken. 39. Zich voorzien van 110 pond buskruit, 15 meter touw, hou- weelen en spaden om daarmede de mijn te laten springen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 350