851 Ook bij de afkeuringen heeft, vooral bij de Aziaten, de berri-berri weder een groote rol gespeeld. Niet minder dan 70 Europeanen en 726 Aziaten, te zamen 796 man, moesten in 1894 voor die ziekte afgekeurd worden, welke getallen in het gunstigste der laatste 5 jaren, nl. 1892, bedroegen 60 Europeanen en 330 Aziaten, te zamen 390 man. In het algemeen bedroegen de verliezen door afkeuring in verhouding tot de gemiddelde legersterkte in de jaren 1892, 1893 en 1894 respec tievelijk 5.45, 5.64 en 5.82 percent. Werd hiervoren gezegd dat 1894 zoowel door overlijden als afkeurin gen ten gevolge van berri-berri, in dat opzicht geen gunstig jaar was, in veel mindere mate dan in de laatste jaren deed zich die ziekte voor onder de krijgsmacht in Atjeh en Onderhoorigheden. Terwijl b. v. het aantal geëvacueerden met die ziekte in 1892 nog was 2862 man, daalde het in 1893 tot 2710 en in 1894 tot 1444. Ook het aantal sterfgevallen aan die ziekte, dat in 1892 te Atjeh nog bedroeg 175 man, was in 1894 gedaald tot 85. Zeker een verblijdend verschijnsel, dat het geheele Indische leger ten goede komt. W. {Mil. Weekblad). Grootste troepeneenheid voor de koloniale troepen van Portugal. Bij Koninklijk besluit is bepaald, dat voortaan voor de koloniale troepen de compagnie de grootste troepeneenheid zal zijnmen beoogt hiermede de troepen beweegbaarder te maken en ze beter in alle voorkomende gevallen te kunnen gebruiken. Deze handelwijze moge eenigszins vreemd schijnen, zij is zeer goed te verdedigen als men bedenkt, dat Portugal vele kleine koloniën bezit, die over 3 werelddeelen verspreid zijn. Elke compagnie bestaat uit 1 kapitein, 4 luitenants, 12 onderofficieren, 24 kor poraals, 184 204 soldaten, 5 hoornblazers, 1 geweermaker en 1 wagen- meester een sectie van elke compagnie wordt gevormd door artilleristen, Naarmate van de behoefte kunnen die compagnieën tot bataljons en regimenten worden vereenigd; hiertoe heeft men 1 majoor op elke 2 en 1 luitenant-kolonel op elke 6 compagnieën. De manschappen zijn Portu- geezen en Inlanders, die allen dezelfde soldij ontvangen, de eersten genieten echter een toelage. De officieren hebben hetzelfde traktement als in Portugal, alleen die in Guinea, Zambesi en op Timor genieten een verhooging van 25 pCt. Zij worden bepaald verdeeld in 2 categorieën, namelijk een Oostelijke, bestemd voor Indië, Mozambique, Macao en Timor en een Westelijke voor Angola, het Congo-gebied, de eilanden San Thomas en Principe, Guinea en de Kaap Yerdische eilanden. Bovendien moeten Lourenco-Marquez, Mozambique en Loanda op eigen kosten poli- tie-soldaten onderhouden. (Mil. Weekblad.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 368