360
noodige vertrouwen inboezemt, om eene onderneming te doen slagen.
Met de meeste kalmte gaf van der Kruk na zijne zware verwon
ding zijnen dienst als batterijcommandant aan zijn opvolger over en
liet zich toen naar de ambulance breDgen.
De colonne Engel bereikte ten slotte den Noordelijken rand van
Lam Sajoen en betrok aldaar het bivouak, dat door een enkel schot
in de verte nu en dan werd verontrust.
De colonne Mekern was dien morgen begonnen met een groot deel
van Atoa in de asch te leggen en rukte eerst om 3 uur in den
namiddag tegen Lam Sajoen op, toen generaal Pel en zijn staf zich
bij hem aangesloten hadden.
Het tot op 38 man ingeslonken detachement mariniers met de
luitenants Yerheij en de Petit hadden den generaal derwaarts geës
corteerd door de geringe sterkte van het korps deden sedert 1 Febru
ari de mariniers slechts dienst als eerewacht van den opperbevelhebber.
Terwijl van uit Lam Baroe en Kajoeleh enkele schoten op de
colonne Mekern werden gelost, die geen nadeel deden, bereikte men
om 5 uur n. m. den Zuidelijken rand van Lam Sajoen, alwaar het
bivouak opgeslagen werd.
Had de vermeestering der IX Moekims tot nog toe zonder veel
tegenstand des vijands plaats gegrepen en deze eigenlijk zich slechts op
twee plaatsen, bij Empebling en bij Toeram, met de daad tegen ons voort
rukken verzet, daaruit durfde generaal Pel nog geenszins concludeeren,
dat ook de linie van Pager Ajer ons voetstoots zou in handen vallen
De vijandelijke linie van dien naam tegenover onze bentings Long-
battah en Lohong toch had een beruchten naam en waren wij nu
ook al in den rug dezer linie, geen onzer wist met nauwkeurigheid,
tot hoe ver wel die linie zich uitstrekte.
Yoorzichtigheidshalve werd er dan ook maar op gerekend, dat
men aldaar nog zou te strijden hebben.
Op den 5en Februari werden daartoe de navolgende bevelen gegeven
1°. om de bewegingen der troepen niet noodeloos te vertragen,
worden bagage, vivres, kookgereedschap enz. in het bivouak in Zuid-
Lam Sajoen achtergelaten, onder dekking van 2 compagnieën infanterie.