361 2°. Eene compagnie infanterie gaat met de fouriers en alle beschik bare koelies naar Lam Reng, in verband waarmede de aldaar gestation- neerde compagnie naar Lampenehen vertrekt, om vivres van daar af te halen en die naar Lam Sajoen over te brengen. 3°. De majoor Mekern rukt met zijne colonne des morgens ten 6 uur tegen Kajoeleh op, verbrandt dien kampong en marcheert daarna in Noordelijke richting, ten einde in verband met de colonne Engel, Pager Ajer te nemen en te bezetten. 4°. Gedurende het verbranden van Kajoeleh demonstreert de colonne Engel tegen Pager Ajer, om den vijand voorloopig het spoor bijster te maken omtrent onze voornemens. Zoodra echter de colonne Mekern uit Kajoeleh deboucheert, zal de colonne Engel Pager Ajer helpen nemen en bezetten. Ter voorkoming van misvattingen zij hier aangeteekend, dat het hoofdkwartier Lambaroe voor Pager Ajer hield, eene fout die zich door het te loor gaan van alle verband tusschen de beide colonnes spoedig wreken zou. De colonne Mekern rukte om 6 uur in den morgen uit, verbrandde Kajoeleh en zette hare beweging om 8 uur voort in de richting Lambaroe, dat om 9 uur v. m. bereikt werd. Geen vijand werd gezien, slechts lêege huizen en een paar ver laten versterkingen, die verbrand en opgeruimd werden. De generaal Pel kwam thans te weten, dat Pager Ajer meer Noordelijk te zoeken was, en dat in zoo verre het geen verwonde ring behoefde te baren, dat van de colonne Engel (die door een bij Toeram krijgsgevangen Atjeher als gids werd geleid) 'geen spoor te zien was. Om voeling met colonne Engel te verkrijgen, werd alsnu opge dragen aan den kapitein Wttewaal van Stoetwegen, om met zijne compagnie de colonne Mekern tijdelijk te verlaten en zich 800 pas Noordelijk op te stellen, om zoodra hij van daar iets van de colonne Engel bemerken zou,'daarvan onmiddellijk aan den generaal te rapporteeren. De colonne Engel, om 81 /2 uur v. m. op marsch gegaan, was in Noordwestelijke richting in een nipahbosch te land gekomeo, waar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 378