368
Aan die namen zijn voor ons allen groote en gewichtige herinne
ringen verbonden, groot door den door u betoonden moed, de voort
varendheid en de wilskracht,waarmede gij den vijand hebt vervolgd
en verslagen, gewichtig door de gevolgen der aldaar geleverde
gevechten, waardoor ge telkens kwaamt in den rug der geduchte
versterkingen, door den Atjeher tegenover onze posten aangelegd en
die hij moest verlaten en prijs geven.
In ruim 40 dagen tijds is hij aan de Zuid- en Westzijde van ons
aanvankelijk gebied tot in en nabij het gebergte teruggedrongen en
van zijne hulpbronnen over zee afgesneden.
In die 40 dagen is veel van u gevergd en hebt gij zware ver
moeienissen en vele ontberingen doorstaan, maar doordrongen van
plicht en eergevoel hebt ge dit alles licht geteld en u als uitmuntende
krijgslieden doen kennen.
Ook u een woord van lof, die niet mede zijt uitgerukt, maar daar
om niettemin uw deel hebt gehad aan de afgeloopen krijgsverrichtingen.
De voortvarendheid, door u betoond in het slechten van opgeheven
versterkingen, het ont- en bewapenen van nieuw opgerichte en
verlaten posteD, het slaan van bruggeD, het maken van wegen hebben
mij in de gelegenheid gesteld, mijn plan zoo spoedig mogelijk ten
uitvoer te brengen.
Officieren, onderofficieren en manschappen der krijgsmacht te Atjeh
u allen zij lof en dank toegebracht voor uw gehouden gedrag ge
durende de onlangs afgeloopen krijgsverrichtingen en roep ik u
wellicht spoedig weder op, om ook op andere punten de Atjehsche
krijgsmacht te fnuiken, dan twijfel ik er niet aan of ge zult mij
wederom volgen als voorheen, opdat we ook dan weder terugkeeren
met de palm der overwinning in de hand en in den mond een
driewerf herhaald
Leve de Koning!
II. Operatiën in de Sagi XXVI Moekims.
De generaal Pel gaf zijn soldaten slechts 5 dagen rust, eene
r ust zeer betrekkelijk, dewijl vele handen aan het werk moesten
wo rden gezet, om zich voor den nieuwen veldtocht gereed te maken.