372
Des daags te voren verscheen de navolgende order:
Kota Radja12 Februari 1876.
Morgen ochtend zullen de operatiën tegen de XXYI Moekims beginnen.
Al dadelijk zullen daaraan deelnemen
het R. H. 3e bataljon infanterie,
het R. H. 12° id. id.
het R. H. 13e id. id.
het le bataljon barisan van Bangkalan,
minstens 4 sectiën artillerie,
3 detachementen mineurs,
3 ambulances en
de opnemingsbrigade.
Het R. H. 8e bataljon infanterie en het bataljon barisan van Su-
manap blijven achter voor den veiligheidsdienst te Kota Radja en
bezetten van af heden namiddag de wachten.
Het wandelen naar Penajong is voor heden middag verboden.
De tot het ageeren bestemde troepen moeten morgen ochtend
warm eten hebben en om 6 uur tot den afmarsch gereed zijn.
De ageerende troepen worden als volgt ingedeeld.
Eene colonne, bestaande uit het R. H. 3" bataljon infanterie, 1 sectie
artillerie, 1 detachement mineurs en 1 ambulance, onder de orders van
majoor Diepenheim, marcheert het eerst af naar onze versterking te
Kota Alam en houdt daar halt, om nadere bevelen af te wachten.
De algemeene bestemming dezer colonne is, om den linkervleugel
der hieronder volgende colonne, onder majoor Jeltes, te dekken en
de versterkingen, kampongs enz. op haren weg te nemen.
Eene tweede colonne, bestaande uit het R. H. 12e bataljon, het batal
jon barisan van Bangkalan, 2 sectiën artillerie, 1 detachement mineurs
en 1 ambulance, wordt gesteld onder de bevelen van majoor Jeltes.
In algeifieenen zin zal deze colonne langs den rechteroever der
Atjehrivier ageeren, de versterkingen, enz. op haren weg nemen en
in verband blijven met de colonne Diepenheim.
De majoor Jeltes marcheert met zijne troepen af onmiddellijk na
de eerste colonne en volgt insgelijks den weg naar Kota Alam.
Het commando over het 12e bataljon infanterie, voor zooveel het
manoeuvreeren betreft, wordt opgedragen aan majoor Kretschmer.