376 II. Afschaffing der Inlanders bij het wapen der cavalerie. III. Recrutenopleiding. IY. Kadervorming en inrichtingen van onderwijs. Ad. I. De heer P. verklaart zich voor veel oefenen in gesloten exercitiën en gelooft aan een mogelijk optreden van ons handjevol cavalerie in massa op een mogelijk gevechtsveld. Ik kan daaromtrent niet anders verklaren dan ik reeds gezegd heb, doch eerbiedig zijne meening, die evenveel recht van bestaan heeft als de mijne. Ik heb trouwens in mijn opstel verklaard geen gelijk te icillen hebben. De deskundige lezer oordeele zelf. Op dit cardinale punt zijn de heer P en ik het dus gedeeltelijk oneens, gedeeltelijk, want wa.t het noodelooze oefenen van onze eska drons in ingewikkelde velddiensten en marschen aangaat, gaat hij met mij mee (zie blz. 157 16e regel van onderen en volgende). De uitdrukking „janboel", door den heer P. bij de bespreking van dit gedeelte gebezigd, wijs ik ten stelligste af en laat, haar geheel voor rekening van den schrijver. Ad. II. Hierbij verklaart de heer P., dat hijevenals alle cavalerie- officieren" (blz. 155) gaarne de Inlanders door Europeanen vervangen zag. Aangezien ik die wenscb volkomen deelde in mijn opstel, zal de heer P. het mij niet ten kwade duiden, als ik zeg dat wij het ook hierin eens zijn Ik wil hierbij verklaren, dat ik het woord bende, door mij gebezigd van een Inlandsch peloton, blijf handhaven, niettegenstaande het m.i, zwak en eenigszins humoristisch betoogje daaromtrent van den heer P., zoo'ang het degelijk advies van den ritmeester Waalewijn om trent de oorlogswaarde der Inlandsche cavaleristen niet grondig door een bevoegde hand weerlegd is. Trouwens de heer P. laat zich eveneens zeer or gunstig over hen uit en verklaart ten overvloede dat alleen zeer geschikte pelotons commandanten hen (nog slechts) tot een middelmatige hoogte kun nen brengen. Om hen verder a tort et a travers hoog te willen houden, alleen bmdat zij de helft van ons wapen uitmaken en voor de reputatie van ons wapen, zie, de heer P. neme het mij niet kwalijk, doch ik vind dat zeer zwak of eigenlijk ongemotiveerd. Als er iets niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 393